Oktober

Week 44 

Koolwitjes zijn doorzetters. Terwijl bijna alle andere dagvlinders al in winterrust zijn gegaan, vliegen zij met een beetje mooi weer nog buiten. Daarom is het ook geen probleem dat de kinderen op school nog hun – van ons ontvangen – rupsen voeren, zien hoe ze groeien, verpoppen en uiteindelijk vlinder worden. Die kunnen nog zonder probleem buiten vrijgelaten worden, liefst op een groen schoolplein waar de herfstaster of hemelsleutel nog bloeit. Dan kunnen ze met mooi weer tijdens hun laatste levensdagen nog wat lekkers drinken. Want het zijn dan wel doorzetters, maar na drie weken zit het leven van een koolwitje er toch wel op.

Week 43

We kweken het groot koolwitje bij ons op kantoor voor scholen. Zo kunnen elk jaar weer zo’n 75.000 (!) kinderen van heel nabij de metamorfose van vlinders meemaken. Het voordeel van een vlinderkweek op kantoor is dat ook wij van het hele proces intensief kunnen volgen. We zien hoe sterk ze reageren op het weer buiten, ondanks onze inspanningen om de omstandigheden zo constant mogelijk te houden. Maar zo zagen we ook de invloed van bestrijdingsmiddelen. Toen de rupsen per abuis spruitjesplanten te eten kregen die opgekweekt waren uit zaad met een Fipronil-coating, gingen de vlinders niet paren en legden geen eitjes. Buiten zie je dat niet want de rupsen verpopten gewoon en de vlinders vielen niet dood uit de lucht. Maar zonder voortplanting is het snel afgelopen met de vlinder!

Week 42

Binnen het Meetnet Vlinders vragen we de tellers niet alleen de zeldzame of bijzondere vlinders door te geven, maar juist ook de algemeen voorkomende, zoals de koolwitjes. De lange tijdreeksen zijn uiterst waardevol, omdat je die goed kunt combineren met andere gegevens en zo ontwikkelingen zichtbaar kunt maken. Elke vlindersoort is anders, en leeft het best onder specifieke omstandigheden. Zo zijn koolwitjes ‘stikstofminnend’: ze leven van planten die goed groeien op plekken met veel stikstof. Omdat er ook soorten zijn die daar juist niet goed gedijen, zoals de kleine vuurvlinder, kun je aan veranderingen in de aantallen van deze vlinders de toename of afname van de stikstof in de grond aflezen. We hebben het allemaal goed doorgerekend en gecontroleerd, en het klopt: vlinders zijn goede stikstofindicatoren!

Week 41

Het groot koolwitje hoort bij De Vlinderstichting. Daarom ben ik ook gehecht aan het doosje met deze tekening van Marjolein Bastin dat ik al jaren op mijn bureau heb staan en gebruik voor mijn paperclips. Eind september is bij ons altijd een speciaal moment. We hebben de laatste eitjes, rupsen en poppen naar scholen gestuurd, de koolwitjes hebben hun werk gedaan en mogen vrij. Een prachtig gezicht: zo’n wolk koolwitjes die het luchtruim kiezen of op zoek gaan naar een late koolplant om hun laatste eitjes op af te kunnen zetten. Dit jaar was het extra feestelijk: onze Menno was na een half jaar ziekte weer voor het eerst op kantoor. En als verrassing was er ook nog taart: een actieve IVN-vlinder-vrijwilliger wilde laten weten hoe blij ze is met ons werk. Wat heb ik toch een mooie baan!