Butterfly Defence Force
Louter drijvend op de wind
zonder richting
doelloos stuifmeel stuivend
zwierend in een regenboog van kleuren
dagelijks knipogend naar
pauwen onder de vlinderstruik.
Zal ik vragen
naar de zin van jouw bestaan
het antwoord kan ik dan wel raden
het ecosysteem en veel biologisch
verantwoord bla, bla, bla,
ben je alleen maar zacht vertederend
waarom jouw naam dan voor een mes
voor een ziekte met
jouw kwetsbaarheid als naam?
Schrijf je fladderend
je namen
van witje gehakkelde aurelia,
naar monarch om te tonen
kijk in je spiegel mens
weeg je momenten
weeg je besluite
ons bestaan zal lonen.
Ton Heterbrij
Cocon
dagen zonder licht
eenzaam, opgesloten,
gevangen in een eindeloze nacht
ben ik niet meer wie ik was
is er een toekomst?
ik droom, ik wacht
tot de zon opkomt,
het donker openbreekt,
en met haar eeuwenoude kracht
mij opnieuw tot leven wekt
de droom te vliegen
toch volbracht
Ineke Jansen
DE EENDAGSVLINDER
Je vlindert door het leven
Misschien duurt het een dag
Misschien lijkt t een dag
Het is niet van belang of het een of meerdere dagen duurt,
voordat het leven een andere wending of een andere vorm aan neemt
voordat t verpopt...
Want eens was het omhulsel met een mantel aangekleed,
waarvan de originele levenskleuren het geheel zodanig sierde,
dat het nimmer geëvenaard kon worden
en zij, "die eendagsvlinder",
met al haar bewegingsvrijheden nu
en voor altijd in mijn gedachten rond fladdert...
...En zal zij, de eendagsvlinder,
steeds de voorbije tijd achter hen laten
en keer op keer haar vleugels uitslaand in de ochtend
en samen elke avond weer achter de kopergekleurde horizon,
als eendagsvlinder, het geluk van die ene dag uitvliegen...
Sebastiaan Duberdy
DE VLINDER
Hier leven ook vlinders in dit gebied,
ik hoop dat u ze ziet.
In de winter zult u ze hier niet tegen komen,
want dan zitten ze te dromen.
De vlinder heeft voelsprieten om te ruiken
en ook om het evenwicht te verbruiken.
De vlinder drinkt nektar met de roltong,
zo kan de vlinder eten met de tong.
Op het lichaam van de vlinder zitten miljoenen haartjes,
de vlindervleugel is bedekt met duizenden piepkleine schubben.
Vlinderpapa en mama hebben elkaar ontmoet
en dan komt het goed.
Na de paring vliegt het mannetje weg,
dan zoekt het vrouwtje een plant om haar eitjes te leggen.
De eitjes zijn kleverig,
zo rollen de eitjes niet van het blad en worden niet beverig.
Elke vlindersoort legt de eitjes op een ander soort plant,
zo'n plant heet een waardplant.
Na enkele dagen in het ei,
kom ik naar buiten op een rei.
Het duurt wel even voordat de rups een pop wordt,
hoe meer een rups eet hoe groter de rups wordt.
De rups stoot zijn huid af,
dan wordt het een soort harnas wat dan een pop wordt.
Na verschillende keren vervellen,
komt de pop die heeft van alles te vertellen.
Als de pop gaat open breken wordt de pop doorzichtig,
kun je de kleuren zien van de vlinder heel voorzichtig.
Als de vlinder uit de pop kruipt,
zijn de vleugels nog nat en gekreukeld.
De vlinder pompt bloed in de vleugels om ze te ontvouwen
en dat zal de vlinder niet berouwen.
De vlinder moet nog even drogen,
om van dit avontuur te bekomen.
In een paar minuten tijd zijn de vleugels droog
en de vlinder kan op adem komen.
Vlinders hebben een driedelig lichaam,
een kop, borststuk en achterlijf.
Vlinders hebben zes poten,
waar de vlinders op lopen.
Dag en nachtvlinders zijn er in hun bestaan,
zo zie je het verschil in de vlinder bij het gaan.
De dagvlinder heeft knopjes op de sprieten
en een nachtvlinder heeft dit niet deze griet.
Zo kunt u zien wat het voor een vlinder is,
als u het niet kunt zien dan is het een gemis.
Zo dit is het verhaal van de vlinder,
dit kan niets mij hinderen.
Ik hoop dat u plezier van hebt van dit gedicht
en ook nog wat geleerd van dit gedicht.
Herma Kotterink
De wereld is veel meer dan ‘wij’
Vlak voor mijn kinderogen
ontrolde zich, ongelogen,
Een tong diep in een roos.
In elk facet van de vlinderogen
leken bloemen aangevlogen
Ik keek een hele poos,
daar in dat rozenperk.
Het waren er wel honderd
Ik stond daar, stil verwonderd,
en zag ze aan het werk.
Nu zijn er zestig jaren heen
Soms zie ik er nog een.
De vlinder werd mijn totemdier,
symbool voor transformatie.
Naar gif- en stikstofvrij,
want daarmee keren we het tij
en redden we haar populatie.
Als dessin of patroon
is ze buitengewoon
ornament op stof of papier.
Kleurig, maar zo dood als een pier.
Of verschijnt ze vederlicht
in een volgend vlindergedicht.
Dat is wat ons rest
als haar bestaan wordt verpest.
Chandraw Soumoukil
Distelvlinder
Plots kwam er een vlinder tevoorschijn
uit de, met overrijpe druiven, begroeide ranken.
Doorzichtig oranje geel en rood
midden in een straaltje zonneschijn
wit en zwart aan de flanken
als een fladderend glas - in - lood.
Niet zomaar een vlinder . . .
een betoverend fraaie distelvlinder.
Carel Elbers
Droomwereld tussen vlinders
Als de tijd even niet hoeft
Je in een natuureldorado vertoeft
En het leven mag genieten
Tussen bloemen, vlinders en grassprieten
Het leven boeit en bloeit
Tussen alles wat groeit
Het genieten vrolijkheid bracht
En schoonheid wemelt door de vlinderpracht
Waar het denken wordt vergeten
Het voorhoofd mag bezweten
Vlindervleugels open gaan
Bewondering maakt aangedaan
Als vlindereitjes worden afgescheiden
In de allermooiste tijden
Het leven invoelbaar als een vlindervlucht
Haar schoonheid jouw ziel bevrucht
Als je geniet van vlinders
Waar iedere bloem schoonheid begroet
Jij natuur beminde
Dan doet dit leven goed
Roel van Ekeris
Ego, papilio
Breintjes tussen bakzeiltjes
door de wind ploegend,
flakkerend witje, ontsnapt uit
de rups tijdens een kermesse d’été,
dronken luchtscheepje, wiedend
het spoorloze, hakkelend zieltogend,
parkerend in rozen, in lichtkegels
vibrerend, lastpakken afwerpend,
lustoorden visiterend, zigzaggend
gelijk onze ego’s, zilver knipperende
heggescharen mijdend, mastodonten
overdonderend, onscherp tegen de witte
zomerhoed van een wandelaarster
die verstrooid haar jurk optilt om
in de valkuil te stappen waarin mijn ego
haar schuldeloos bezwaddert; liederlijk
dronken kus je de avondlucht die terugkust,
jij vlammetje lelieblank als haar kamerscherm
waarachter bevlogen papieren zich krullend
meuken, niet beklijvend, je met adertjes
doorzworven nerven, jakkerend, doeldolend:
Op het veld van vrees groeien
Geen madeliefjes maar angstjes.
Er waren vroeger vlinders.
Algemeen gewoon.
Zware lucht kwam triest en stil.
Geen gewervel meer om ons gemoed
te lichten en te verzonnen.
Wijnand Steemers
Zonder titel
Er waren vroeger vlinders.
Wie verpestten de jongen...?
Nog voor ze transformeren konden.
Schone schoonheid vroegen zij slechts.
Er waren vroeger vlinders.
Ja, mijn kind, een soort Pokémon.
Speciale krachten, speciale soorten.
Niemand dacht zó de vaart er uit.
Er waren vroeger vlinders.
Heavy Metal vermoeide roest.
Uiteindelijk geveld en teneergestort.
Weg van de zon. Terug in de aarde.
Er waren vroeger vlinders.
Vreugde brachten zij mee,
lichtheid en compassie,
zo brekerig en opwaarts puur,
onvervangbaar en echt echt.
Jan Willem