Zuid-Limburg is een heuvellandschap met een kalkrijke bodem dat wordt doorkruist door verschillende beekjes. Deze combinatie van factoren is uniek in Nederland. Het Geuldal is een schitterend beekdallandschap met kleine beekjes en natuurlijk de Geul die door het gebied heen loopt. Het Geuldal is eigendom van Natuurmonumenten. De meanderende beek stroomt door de weilanden en bossen. Doordat de beek af en toe buiten zijn oevers treedt, is er een grote afwisseling in droge en natte gedeelten, wat zorgt voor een gevarieerde flora en fauna.
Er komt plaatselijk een zinkflora voor, met onder andere het zinkviooltje. Door de weilanden lopen wandelpaden langs de beek. Bij belangrijke elementen staat vaak een bordje met informatie. De oevers van de beek zijn erg bloemrijk en hier kan je in de zomer dan ook veel vlinders vinden.
Het Gerendal is een droogdal ten zuiden van Schin op Geul waar verschillende zeldzame orchideeën bloeien in de kalkgraslanden. Wat De Piepert zo speciaal maakt, is dat het voor Nederlandse begrippen een relatief groot, droog, bloemrijk gebied is met daaromheen kalkgraslandjes.
Na een afwezigheid van 30 jaar(!) is de keizersmantel sinds 2015 weer helemaal terug van weggeweest. Deze oranje vlinder met zwarte vlekken is de grootste parelmoervlinder in Nederland.Tussen eind juni en begin september heb je de meeste kans om de keizersmantel te zien.
Een andere vlinder die terug is van weggeweest, is het klaverblauwtje. Deze soort is momenteel nog een onregelmatige standvlinder die elk jaar wel op een aantal plekken in Zuid-Limburg is te vinden. Je kunt klaverblauwtjes voornamelijk vinden in droge, matig schrale graslanden, zoals kalkgraslanden en schrale hooilanden. Hier zoeken ze vaak de zonnige plekjes op.