Een route wordt ongeveer tien keer per jaar bezocht. Het is natuurlijk niet noodzakelijk om alle Nederlandse libellen in een oogopslag te kunnen herkennen, maar het is wel raadzaam om de libellen in uw omgeving redelijk eenvoudig op naam te kunnen brengen. Routes worden buiten het veldwerkseizoen uitgezet, in het algemeen tussen januari en half mei.
Jaarlijks worden meer dan 400 libellenroutes geteld door vrijwilligers. Daar zijn we natuurlijk hartstikke trots op! Maar tegelijkertijd blijven we zoeken naar mogelijkheden om het meetnet verder te versterken. Hoe meer routes er geteld worden, hoe beter we de gegevens kunnen analyseren. Meer routes maakt het bijvoorbeeld mogelijk om de resultaten te wegen, waardoor de trend representatiever wordt. Ook kunnen we dan beter deeltrends berekenen per provincie, watertype of regio.
Uit het kaartje blijkt dat er nog enkele regio’s zijn waar geen of weinig algemene libellenroutes liggen. Met name in de noordelijke provincies en in Zeeland en Limburg kunnen we uw hulp goed gebruiken.
Ook voor de soortgerichte routes hebben we nog wensen. Voor hele zeldzame soorten zoals de speerwaterjuffer en de gewone bronlibel is de ambitie om alle populaties te kunnen volgen door middel van een monitoringroute. Voor minder zeldzame soorten van de Rode Lijst streven we naar een goede steekproef, evenwichtig verdeeld over het verspreidingsgebied. Nieuwe routes zijn in heel Nederland welkom, maar in sommige regio’s éxtra belangrijk. Hieronder is per soort te zien waar we nog extra soortgerichte routes kunnen gebruiken. Zie je een plek bij jou in de buurt en wil je meedoen? Neem dan contact met ons op.
De bandheidelibel gedraagt zich op veel plekken als een pioniersoort en vormt doorgaans geen stabiele populaties. Het is dus een soort die lastig langs een vaste route te tellen is. De soort is zeldzaam, maar in Overijssel en Zuidwest-Drenthe inmiddels vrij algemeen. Ken je een plek bij jou in de buurt waar jaarlijks bandheidelibellen voorkomen? Dan zou dat een goede locatie voor een route kunnen zijn.
De beekoeverlibel komt op de zandgronden lokaal voor en wordt al op veel plekken via een route geteld. Vooral in Twente, de Achterhoek, Zuidoost-Brabant en Noord-Limburg zijn nog populaties die niet geteld worden.
De bosbeekjuffer is een kenmerkende soort voor natuurlijke, schone bosbeken en komt lokaal in Nederland voor. De meeste populaties worden goed geteld, maar in Zuid-Limburg zoeken we nog tellers!
Voor de gaffellibel zoeken we tellers langs de Roer, de Worm en de Swalm. Deze locaties zijn soms moeilijk te bereiken. We zoeken dus tellers die er niet bang voor zijn om vanuit de kano te tellen, door de beek te waden of een weg te zoeken door hoge vegetatie.
De gaffelwaterjuffer is een zuidelijke soort die zich vanuit België steeds meer uitbreidt. De soort komt momenteel vooral in de zuidelijke helft van Nederland gezien. Extra routes zijn zeer welkom!
De gevlekte glanslibel is een zeldzame soort. Omdat hij op moerassige plaatsen leeft, is hij niet gemakkelijk te vinden. Enkele populaties worden al geteld, maar we kunnen zeker nog extra routes gebruiken. Het gaat dan met name om locaties in het zuiden van Brabant en aangrenzend Limburg en locaties rondom de Weerribben.
Omdat de gevlekte witsnuitlibel een Habitatrichtlijnsoort is, is het voor deze soort extra belangrijk om te weten hoe het ermee gaat. Provincies en terreinbeheerders stemmen bijvoorbeeld de beheerplannen van Natura 2000-gebieden af op het voorkomen van deze soort. Dus zie je op de kaart een locatie bij jou in de buurt die nog niet geteld wordt en wil je daar wel een route tellen, laat het ons weten!
De gewone bronlibel is een zeer zeldzame soort die slechts bij enkele beken in Nederland voorkomt. Sommige daarvan worden geteld, maar nog niet allemaal. Locaties waar we nog tellers zoeken bevinden zich in de Achterhoek, Noord-Brabant en Limburg.
De groene glazenmaker is strikt gebonden aan krabbenscheer en komt voor in laagveen. De soort wordt goed gevolgd omdat het een doelsoort is in het Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (ANLb). Via de Boerensloottelling zijn veel enthousiaste tellers actief. Toch zijn er nog locaties waar we de soort minder goed in beeld hebben. Met name in de kop van Overijssel en het oosten van Groningen en Drenthe.
De hoogveenglanslibel is een zeer zeldzame soort die gebonden is aan hoogveen. Omdat het leefgebied moeilijk te betreden is, is de soort erg lastig te monitoren. We zijn nog op zoek naar tellers voor twee locaties: het Haaksbergerveen en de Reuselse Moeren. Wie durft de uitdaging aan?
Kanaaljuffers worden niet zo gemakkelijk geteld op een libellenroute omdat ze meestal wat verder uit de kant vliegen. Zodoende zijn er veel locaties waar de soort voorkomt die nog niet geteld worden. Weet je een goede plek bij jou in de buurt en wil je daar een route tellen? Laat het ons weten!
De Kempense heidelibel kwam enkele jaren geleden vooral rond de Kempen (Brabant) voor, maar inmiddels is het hoofdkwartier verplaatst naar de Weerribben en de Noordoostpolder. Hier zijn al enkele routes waarop de soort wordt geteld, maar extra routes zijn welkom.
De kleine tanglibel neemt steeds meer toe in Limburg. De soort komt nu voor langs de Roer, de Worm, de Geul en de Swalm. Wie wil helpen om de opmars van de kleine tanglibel in beeld te brengen?
De maanwaterjuffer is een echte vensoort en zijn voorkomen is soms enigszins onvoorspelbaar. Zit hij het ene jaar bij het ene ven, dan kan het goed zijn dat hij een volgend jaar bij het andere ven wordt waargenomen. Ken je een plek bij jou in de buurt waar jaarlijks maanwaterjuffers voorkomen? Dan zou dat een goede locatie voor een route kunnen zijn.
De noordse glazenmaker vliegt laat in het jaar en laat zich niet gemakkelijk zien. Dat is de reden dat deze soort bijna niet op routes wordt waargenomen. Ken je een plek bij jou in de buurt waar jaarlijks noordse glazenmakers voorkomen? Dan zou dat een goede locatie voor een route kunnen zijn.
De sierlijke witsnuitlibel had in 2018 een enorm goed jaar en hij heeft zich toen op veel plaatsen laten zien. Graag willen we weten op welke plekken de soort zich heeft weten te handhaven. Ken je een plek waar de sierlijke witsnuitlibel zich voortplant en waar nog niet geteld wordt? Dan ben je van harte welkom om daar te gaan tellen!
De venglazenmaker vliegt laat in het jaar en laat zich niet gemakkelijk zien. Dat is de reden dat deze soort bijna niet op routes wordt waargenomen. Ken je een plek bij jou in de buurt waar jaarlijks venglazenmakers voorkomen? Dan zou dat een goede locatie voor een route kunnen zijn.
De venwitsnuitlibel komt verspreid over het land voor bij rijkbegroeide vennen. De soort wordt al op veel routes geteld, maar vooral in het noorden en zuiden van het land zijn extra routes zeer welkom. Ken je een plek bij jou in de buurt waar de venwitsnuitlibel voorkomt? Dan zou dat een goede locatie voor een route kunnen zijn.
De zuidelijke glazenmaker profiteert van de klimaatopwarming en wordt steeds algemener in ons land. Vooral in het zuiden zijn verspreid kleine populaties aanwezig. Help je mee om de opmars van deze soort in beeld te brengen?
Ook de zuidelijke heidelibel, enkele jaren geleden nog een zeldzame dwaalgast, wordt steeds algemener. De soort plant zich inmiddels op verschillende locaties voort, bijvoorbeeld in de Millingerwaard. Weet je een locatie bij jou in de buurt waar de zuidelijke heidelibel jaarlijks wordt gezien en wil je daar een route tellen? Laat het ons weten!
In het rijtje van zuidelijke soorten past ook de zuidelijke keizerlibel. Deze soort wordt al geregeld waargenomen op routes, maar er zijn ook nog veel plekken waar hij niet wordt geteld. Ken je een plek bij jou in de buurt waar jaarlijks zuidelijke keizerlibellen voorkomen? Dan zou dat een goede locatie voor een route kunnen zijn.
De zuidelijke oeverlibel is de laatste zuidelijke soort. Hij komt lokaal voor, vooral in het zuidoosten van ons land. In Limburg, Noord-Brabant en Gelderland zoeken we nog tellers die een populatie van de zuidelijke oeverlibel willen tellen.