Het gentiaanblauwtje is een kenmerkende dagvlinder van natte heide en schraallanden. De soort is de laatste tientallen jaren hard achteruitgegaan. Daarom is het nodig maatregelen te nemen voor het behoud van het gentiaanblauwtje in ons land. De Vlinderstichting zet zich samen met natuurbeherende organisaties, particuliere landeigenaren, vrijwilligers en de overheid in voor zijn bescherming.
Het landgebruik zoals dat vroeger was, is van essentieel belang voor het behoud van de leefgebieden van het entiaanblauwtje. Op de natte heide bestond dit vooral uit het steken van plaggen en beweiding door schapen en runderen. In blauwgraslanden werd meestal eenmaal per jaar laat in het seizoen gemaaid. En in heischraal grasland werd laat gemaaid of extensief beweid en soms gebrand.
Het landschap bood vroeger tal van gradiënten (overgangen) waarin het gentiaanblauwtje kon gedijen. Dergelijke overgangen van heidegebieden naar de iets voedselrijkere beekdalen zijn tegenwoordig uiterst zeldzaam.
Vandaag de dag proberen natuurbeheerders door gerichte maatregelen het leefgebied van het gentiaanblauwtje te behouden of te herstellen.
Het bedreigde gentiaanblauwtje heeft veel last extreme regenval of uitzonderlijke droogte. Met gerichte maatregelen kunnen de efffecten daarvan worden opgevangen.
Zo is in Noord-Brabant is afgelopen jaar in acht grotere heidegebieden gewerkt aan kleinschalige herstelmaatregelen over de hele hoogtegradiënt van nat naar droog. In het project werd het gentiaanblauwtje als gidssoort gebruikt, maar werd er daarnaast ook voor gezorgd dat andere soorten insecten – zoals veenmier en moerassprinkhaan – en amfibieën en reptielen meeliften.