Nieuwsbericht

Op zoek naar de noordse glazenmaker

dinsdag 23 augustus 2011

De noordse glazenmaker is altijd een zeer zeldzame soort geweest, waardoor het niet makkelijk is om deze soort te zien te krijgen. Vroeg in de ochtend en bij hoogveen en vennen met een veenmosvegetatie maak je de meeste kans om deze schitterende soort te zien.

De noordse glazenmaker is niet alleen zeldzaam, maar de larve heeft ook een levenscyclus van 2 tot 3 jaar. Hierdoor kan het zijn dat er soms het ene jaar ergens relatief veel imago’s worden gezien of veel huidjes worden gevonden en dat het het andere jaar lijkt alsof de soort niet tot weinig aanwezig is.
De volwassen dieren zijn bij de geschikte voortplantingsplekken, hoogveen en vennen met veenmosvegetatie, vooral ’s morgens actief. Ze zijn dan vaak te zonnend te vinden op lichte oppervlakken als berken. Als het warm genoeg is patrouilleren de dieren boven het water om hun territorium te verdedigen. ’s Middags vliegen de dieren vaak ver weg van het water om boven de heidevelden of langs de bosranden te jagen of te rusten. Boven de voortplantingsplekken zijn dan vooral venglazenmakers te vinden.
De noordse glazenmaker heeft een beperkte verspreiding in Nederland. Hij zit voornamelijk in Drenthe, waar de waarnemingen, mede door gerichte zoekacties, sinds 1995 zijn toegenomen. Daarnaast zitten er nog enkele populaties in zuidoost Friesland en Overijssel.

Naast het zoeken naar de volwassen libellen is het ook mogelijk om te zoeken naar larvenhuidjes. De noordse glazenmaker sluipt uit van juli tot en met september, waarbij de piek in augustus ligt. Het is dus nog steeds mogelijk om larvenhuidjes te vinden. Mocht u in het verspreidingsgebied op een geschikte voortplantingsplek komen, dan loont het zich om de vegetatie die boven het water uitsteekt af te speuren naar larvenhuidjes. Het huidje is relatief groot. Bij een glazenmakerhuidje zijn de vangscharen (voor de kop) smal en is de kop min of meer rond.
De volgende kenmerken zijn belangrijk om vast te stellen dat het om een noordse glazenmaker gaat:
- er bevinden zich geen zijdoorntjes op de zijkant van segment 6
- het larvenhuidje is korter dan 49 mm
- van bovenaf zijn de ogen druppelvormig en niet als halve bollen (zoals bij grote keizerlibel)
Als het huidje deze kenmerken vertoond, dan heeft u een noordse of venglazenmaker te pakken.
- een duidelijk verschil tussen beide is dat de huidjes van de noordse glazenmaker echte glimmers zijn en die van de venglazenmaker niet.

Heeft u een huidje gevonden en u weet niet helemaal zeker of het een noordse glazenmaker is, stuur dan een duidelijke foto van de bovenkant van het huidje via het contactformulier op deze site naar ons toe en vermeld ook hoe groot het huidje is.
De waarnemingen zijn van harte welkom op Telmee of waarneming.nl.

NoordseGlazenmaker zoeken