Nieuwsbericht

Het steeds warmer wordende klimaat heeft positieve en negatieve effecten bij vlinders. Specialisten van vochtige terreinen met hun hoofdverspreiding in Noord-Europa zullen het de komende jaren steeds moeilijker gaan krijgen. Maar allemansvrienden uit het zuiden komen naar ons toe. Wat hebben we al en wat kunnen we nog verwachten?

Kaasjeskruiddikkopje: twee jaar geleden was hij er opeens na 56 jaar afwezigheid. En hij is gebleven. Inmiddels plant dit bruin vlindertje zich op enkele plekken in Zuid Limburg voort en worden op meer plekken zwervers gevonden. We verwachten dat hij zich de komende jaren verder noordwaarts zal uitbreiden. Opletten dus, vooral op wat ruige plekken met veel kaasjeskruiden.

Spaanse vlag: eigenlijk een nachtvlinder, maar wel een die overdag vliegt. Ooit heel zeldzaam, maar intussen te vinden op heel wat plekken in Zuid- en Midden-Limburg. Ruige bosranden zijn er zat, en daar houdt hij van. Geen belemmeringen om straks ook Brabant in te trekken. Zolang de klimaatopwarming maar doorgaat.

Resedawitje: bijna elk jaar proberen ze het, en in sommige jaren planten ze zich zelfs goed voort. Maar echt duurzaam is het nog niet. Toch verwachten we dat het een keer gaat lukken en dat zich ergens in Nederland een populatie gaat vestigen. Niet alle witjes zijn koolwitjes, dus goed kijken is het devies.

Staartblauwtje: een klein blauwtje dat zich momenteel sterk uitbreidt in Frankrijk en Duitsland. Hij zit nog wel een eind weg, maar de uitbreiding gaat snel. Dus wellicht is hij er voor je het weet. Let op de prachtige staartjes.

Daarnaast zijn er nog meer soorten waarvan we denken: “die zouden best hier kunnen voorkomen bij een warmer klimaat en zijn ook lekker mobiel”, maar die nog geen tekenen van noordwaardse uitbreiding vertonen, bijvoorbeeld een spektakelvlinder als de koningspage. Wie weet bent u de eerste.

Maar zoals al gezegd: er zullen ook veel verliezers zijn, vooral onder onze ‘eigen’ specialisten. Liever zien we dan ook de CO2 uitstoot en de klimaatopwarming gereduceerd.