panteruiltje Acontia trabealis

Familie

uilen (NOCTUIDAE)

Zeldzaamheid

Van deze soort zijn slechts enkele waarnemingen bekend. De laatste dateerde uit 1978 in Limburg. In 2015 was er één waarneming en eind juli 2019 waren er maar liefst zeven exemplaren waargenomen in het noordoosten van Nederland.

Rode lijst

verdwenen

Meer foto's

Terug naar boven ^

Levenswijze

Vliegtijd en gedrag

Begin mei-begin augustus in twee generaties. De vlinders vliegen in de schemering en komen soms op licht. Overdag kunnen ze gemakkelijk worden opgejaagd en bezoeken ze bloemen.

Levenscyclus

Rups: juni-augustus. De rups eet zowel van de bloemen als van de bladeren van de waardplant. De soort overwintert als pop in een stevige cocon tussen de vegetatie dicht bij de grond of in de strooisellaag.

Verspreiding

Vliegtijd

Benaming

Engelse naam

Spotted Sulphur

Duitse naam

Ackerwinden-Bunteulchen

Franse naam

l'Arlequinette jaune, la Noctuelle sulfurée

Oud Nederlandse naam

zwaveluiltje

Synoniemen

Erastria trabealis, Hydrelia trabealis, Acontia tarache, Emmelia trabealis

Meer

Toelichting Nederlandse naam

De zwarte strepen en vlekken op een lichtgele grondkleur doen bij dit uiltje aan een panter(tje) denken.

Meer over Nederlandse namen

Toelichting wetenschappelijke naam

trabealis: trabealis =behorende tot of bekleed met de trabea, een kleed dat status belichaamde; naar het prachtige geel/zwart patroon op de vleugels.

Auteursnaam en jaartal

(Scopoli, 1763)

Herkenning

Kenmerken vlinder

Voorvleugellengte: 10-11 mm. Door de geringe grootte en de vleugelvorm met de sterk gebogen voorrand doet deze soort op het eerste gezicht soms meer aan een microvlinder dan aan een uil denken. Karakteristiek is het bonte patroon van zwartachtig chocoladebruine vlekken en strepen op de geelachtige of crèmekleurige voorvleugel. De achtervleugel is donkerbruin en heeft een witachtige franje.

Verspreiding in Nederland in vier perioden

Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.

Habitat

Schaars begroeide open, vaak verstoorde grond, zandige heiden, braakliggende akkers, spoordijken en wegbermen.

Planten

Akkerwinde en haagwinde.

Waardplant

Akkerwinde
Convolvulus

Actualiteiten

Ontdek meer

Blijf op de hoogte

Ontvang vlindernieuws

Soorten uit dezelfde familie uilen (NOCTUIDAE)

oostelijke monnik
Cucullia fraudatrix

moeras-grasuil
Lateroligia ophiogramma

zandstofuil
Caradrina selini

steenrode grasuil
Apamea lateritia

trapeziumuil
Xestia ditrapezium

variabele w-uil
Lacanobia suasa

Alle soorten uit deze familie