Nieuwsbericht

Vlinders zoeken in de winter (2)

dinsdag 13 december 2016

Vorige week was er een Nature Today-bericht over het zoeken van eitjes van kleine pages. Deze eitjes overwinteren en zijn dan goed te vinden. Er zijn ook rupsen van dagvlinders die je kunt vinden als je tenminste weet waarop je moet letten. Zo kun je bijvoorbeeld nu rupsen van de zeldzame grote weerschijnvlinder en kleine ijsvogelvlinder vinden.

In Duitsland is Gabriel Hermann al jaren bezig met het in de winter zoeken van allerlei dagvlinders. Hij heeft er zelfs een boekje over geschreven, tweetalig Duits/Engels, Tagfalter suchen im Winter/Searching for Butterflies in Winter. Over de grote weerschijnvlinder schrijft hij: “Een belangrijke aanwijzing voor de aanwezigheid van een rups in de winter is het feit dat de rups, tegen de tijd dat de bladeren gaan vallen, zijn rustblad vast spint aan de tak.” Dat betekent dus dat je midden in de winter nog een verdroogd blad ziet hangen. Dat is de plek waar je hard moet gaan zoeken.

De rups zit niet meer in dat blad, maar ergens tegen een takje ‘in de buurt’. De rups is vaak groenig en heeft zeer opvallende stekels op de kop, waardoor hij in Nederland niet is te verwarren met een andere. Je moet zoeken op niet al te hoge struiken van boswilg (of geoorde wilg), het liefst exemplaren die een beetje half in de schaduw staan, in een inhammetje in de bosrand bijvoorbeeld, langs een wat breder bospad of langs de rand van een kaalgekapt stuk. Aan de buitenrand van het bos worden niet vaak rupsen gevonden. De rupsen zitten vlak tegen een knop aan en vallen daardoor niet heel erg op. Ze zijn zo tussen de 7 en 9 mm, dus erg groot zijn ze ook niet.

Ook de rupsen van de kleine ijsvogelvlinder kun je in de winter vinden. De rups leeft op kamperfoelie, maar dan niet die prachtig bloeiende zonnig staande exemplaren met vrij kleine en dikke blaadjes, maar de struiken die in het bos zelf staan en het liefst flink vochtig. Deze hebben vrij dunne en grote bladeren die vaak ook licht behaard zijn. In de winter zie je dat natuurlijk niet meer, maar op vochtige plekken onder de bomen heb je de meeste kans. Ook hier kun je zoeken naar verdorde blaadjes die nog aan de struik hangen. In het geval van de kleine ijsvogelvlinder zitten de rupsen er in hartje winter wel in. Hoewel de rups in het voorjaar een paar centimeter groot is is het overwinteringsblaadje maar ongeveer 5-6 mm.

Ze hebben flink wat vocht uit hun rupsenlichaam uitgescheiden en zitten, verschrompeld en wel, verborgen in het dorre blad. In het voorjaar komen ze weer tevoorschijn, maar vaak hangt het dorre overwinteringsblad er nog wel en dat is natuurlijk een aanwijzing dat je juist daar hard moet gaan zoeken. Het is zeker geen makkelijke opgave (zowel grote weerschijnvlinder als kleine ijsvogelvlinder) en ook Gabriel Hermann schrijft in zijn boek dat je soms een hele dag of meer zoekt zonder succes. Als je eenmaal een rups hebt gevonden en een zoekbeeld hebt, kun je er zomaar vijf of meer vinden. Als u nog een leuke uitdaging zoekt voor de komende maanden, ga dan eens op zoek naar deze rupsen en geef ze door via Waarneming of Telmee. Het is wel goed even een foto van de vondst en ook van de directe omgeving waar u hem vond mee te sturen, zodat we daar weer van kunnen leren.

GroteWeerschijnvlinder KleineIJsvogelvlinder zoeken