maandag 21 oktober 2024
Eind vorige week hadden we een paar lekkere, warme nachten. Veel nachtvlinderliefhebbers waren weer actief met lamp en laken, nachtvlindervallen en stroop. Toch werden er maar weinig nachtvlinders gezien. Maar geef nog niet op, want dit betekent niet dat het nachtvlinderseizoen al voorbij is!
De grootste aantallen nachtvlinders vinden we vooral midden in de zomer en ook de soortenrijkdom is dan het grootst. Vorige week waren er een aantal warme nachten, maar toch lagen de waargenomen aantallen nachtvlinders erg laag.
Dit wil niet zeggen dat het nachtvlinderseizoen voorbij is, midden oktober is er altijd een klein dipje. Maar twee soorten – die onder andere van meidoorn en sleedoorn leven – hebben nu hun vliegpiek: de meidoornuil en de krakeling. Een andere prachtige soort die midden oktober piekt is de diana-uil, een vlinder waarvan de rupsen van eik leven en die ook geregeld wordt aangetroffen.
Dankzij de tellingen binnen het Meetnet Nachtvlinders hebben we een goed beeld van hoe de totale aantallen nachtvlinders door het jaar heen variëren. In februari en maart vliegen de hele vroege soorten, terwijl er in april een dip is. Daarna nemen de zomervlinders toe en zien we zowel qua soorten als qua aantallen een flinke piek. Vervolgens zien we eind september en begin oktober weer een dipje. Dan is het nog niet afgelopen, want in november en begin december komt er nog een nachtvlinderpiek aan. Dit is een piek in aantal exemplaren, maar het gaat maar om een beperkt aantal soorten.
Deze piek is niet overal hetzelfde. In het najaar pieken namelijk vooral soorten waarvan de rupsen aan bomen en struiken zijn gebonden. Denk bijvoorbeeld aan de eerder genoemde meidoornuil en krakeling, waarvan de rupsen van onder andere meidoorn en sleedoorn leven. De echte piek aan biomassa komt echter wat later in het jaar wanneer de grote en kleine wintervlinder, najaarsspanner, wachtervlinder, kromzitter en gepluimde spanner beginnen te vliegen. Dit zijn soorten waarvan de rupsen voornamelijk van loofbomen leven.
Wil je in het najaar dus nog nachtvlinders zien, ga dan vooral vangen in de buurt van bomen, en dan bij voorkeur in loofbossen. Je zult dan nog leuke aantallen tegen gaan komen! Deze soorten zijn aangepast aan de kou, en zolang de temperatuur een deel van de avond boven de vijf graden blijft, kan je ze gewoon nog aantreffen.
Het Meetnet Nachtvlinders is een onderdeel van het Landelijk Meetprogramma Vlinders dat wordt uitgevoerd in opdracht van het ministerie van LVVN en onderdeel is van het Netwerk Ecologische Monitoring (NEM).
Tekst: Jurriën van Deijk, De Vlinderstichting
Foto’s: Kars Veling (leadfoto: grote wintervlinder); Jurriën van Deijk
DianaUil GroteWintervlinder herfst JurrienVanDeijk KarsVeling KleineWintervlinder MeetnetNachtvlinders Meidoornuil Nachtvlinderen
Week van de wintervlinders
5-dec-2023
Weeskinderen en huismoeders
25-jul-2024