dinsdag 23 juni 2009
Het vlinderseizoen bestaat eigenlijk uit twee perioden: het voorjaar met zijn oranjetipjes en eerste generaties, en de zomer met zijn bruine zandoogjes en tweede generaties (zie eerste grafiek). Daartussen zit eventjes niet zoveel. Dat wil zeggen: daar vliegen wel vlinders, maar die zijn of heel zeldzaam (zoals veenbesvlinders) of al verdwenen uit ons land (rode vuurvlinder, groot geaderd witje, moerasparelmoervlinder). Omdat deze dip in het aantal vlinders meestal in juni valt, noemen we hem ook wel de junidip.
In de tweede grafiek zoomen we even in op het jaar tot nu toe. De rode lijn geeft het gemiddeld aantal vlinders per route per week in het Landelijk Meetnet Vlinders tussen 1990 en 2008.
De paarse en groene lijnen geven het gemiddeld aantal vlinders per route in 2009, met en zonder distelvlinder. Het zal u niet ontgaan zijn dat we dit jaar een enorme invasie van die soort hebben gehad. We zien dat de voorjaarsvlinders er vroeg bij waren dit jaar. Door de warme april viel de piek al begin mei, een week of twee eerder dan normaal. Daarna namen de aantallen af. De paarse lijn toont dat de junidip dit jaar dieper was dan gemiddeld. Inmiddels lopen de aantallen weer op. Toch viel de junidip niet zo op. Dat kwam natuurlijk door de distelvlinder. De influx in week 8 en 9 (eind mei en begin juni) is duidelijk te zien.
We zijn dus weer op weg naar boven. Geniet van de zomervlinders en vergeet niet ze door te geven op landkaartje, telmee.nl of waarneming.nl.
Het Landelijk Meetnet Vlinders is een samenwerkingsproject van De Vlinderstichting en het CBS, in het kader van het Netwerk Ecologische Monitoring (NEM), in opdracht van het Ministerie van LNV (Gegevensautoriteit Natuur)