dinsdag 13 september 2016
De afgelopen tijd zijn er weer een aantal bijzondere nachtvlinders gezien. Zo was er de tweede melding van de maagdenuil en is er ook weer een beverneldwergspanner ontdekt.
Op 30 juli vond Arjan Ovaa in zijn vlinderval in Margraten (Zuid-Limburg) de beverneldwergspanner (Eupithecia pimpinellata). Dit is een zeer zeldzame vlinder, die voor het laatst is gemeld in 2002 (Gelderland) en 2005 (Zeeuws-Vlaanderen). De dichtstbijzijnde populaties in België zijn rond Geraardsbergen, westelijk van Brussel (hemelsbreed ca 150 km vanaf Margraten) en in de Viroin, tegen de Franse grens (ca 140 km). Waar de soort in Duitsland voorkomt weten we niet, maar dat zou dichterbij kunnen zijn. De beverneldwergspanner voelt zich thuis op kalkgraslanden, steengroeven, wegbermen, bosranden en duinen. De waardplanten zijn vooral kleine en grote bevernel, maar ook wel andere schermbloemigen. De vlinder vliegt van eind juni tot eind augustus in één generatie. Ze zijn actief vanaf de schemering en komen op licht af.
Een andere bijzondere melding kwam uit Onstwedde in Groningen. Daar kwam een maagdenuil (Eucarta virgo) af op de nachtvlinderlamp van Rik Wever, die in de tuin aan de rand van het dorp stond opgesteld. Dit betreft de tweede melding van de soort ooit. De maagdenuil is in 2014 voor het eerst in ons land gezien op de Delleboersterheide (Friesland). De vlinder komt oorspronkelijk uit oostelijk Europa en Azië, maar breidt zich de laatste tientallen jaren uit naar het noordwesten. In 2002 werd hij voor het eerst gezien in Denemarken en Zweden en in 2006 in Noorwegen. De rupsen leven op allerlei, ook hier veel voorkomende, kruiden zoals bijvoet en boerenwormkruid en wat dat aangaat zou voortplanting in ons land moeten kunnen.
Twee nieuwe nachtvlinders in Nederland
17-aug-2014
Let op scheefbloemwitjes
1-aug-2023
Nachtvlinderjaar 2022
24-jan-2023