Half april-eind augustus in twee generaties. De vlinders vliegen van zonsondergang tot in het donker en laten zich overdag gemakkelijk opjagen. Ze komen soms op licht.
Rups: mei-september. De soort overwintert als pop in de strooisellaag.
Small White Wave
Ungepunkteter Zierspanner
la Phalène candide , l'Acidalie candide
Asthena candidata, Acidalia candidaria, Larentia albulata
Deze spanner is klein en heel licht grijs gekleurd. Zie ook 'Toelichting wetenschappelijke naam'.
Asthena: asthenes is week, zacht, verwijzend naar de onopvallende, delicate structuur van deze soorten.
albulata: albulus is witachtig, de grondkleur van deze soort.
(Hufnagel, 1767)
Voorvleugellengte: 9-11 mm. Dit spannertje heeft een grillig patroon van veel golvende dwarslijnen op de witte vleugels. De bruine tot grauwbruine lijnen liggen niet allemaal op regelmatige afstand van elkaar. Kenmerkend is de dubbele grillige middelste dwarslijn op de voorvleugel. De franjelijn bestaat uit zwarte stipjes. Soms is een vage bruine middenstip op de voorvleugel aanwezig. Er is weinig variatie.
De kornoeljespanner (A. anseraria) heeft een enkele middelste dwarslijn en een duidelijke zwarte middenstip op de voor- en achtervleugel; de stippen in de franjelijn zijn meer zichtbaar als streepjes dan als stipjes. Zie ook de stipspanners van de geslachten Scopula en Idaea met een witachtige effen ondergrond.
Bekijk de gedetailleerde verschillen met illustraties tussen Asthena albulata, Idaea sylvestraria en I. subsericeata.
Zeldzaam. Komt verspreid voor in het midden, het zuiden en het oosten van het land; incidenteel een waarneming daarbuiten. RL: bedreigd.
Vrij algemeen in de Vlaamse Ardennen en ten oosten van de lijn Antwerpen-Brussel; elders lokaal in Oost- en West-Vlaanderen. In Wallonië vrij algemeen.
De soort staat op de Rode Lijst van Vlaanderen als Momenteel niet in Gevaar (Veraghtert et al. 2023).
Het Iberisch Schiereiland, West- en Midden-Europa inclusief de Britse eilanden naar het oosten tot Rusland; in het noorden tot in Midden-Scandinavië, in het zuiden: van het westelijk Middellandse Zeegebied via de Balkan en Klein-Azië tot de Kaspische Zee.
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
Vooral oude loofbossen.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting