grijsgroene zomervlinder Pseudoterpna pruinata

Familie

spanners (GEOMETRIDAE)

Zeldzaamheid

Zeldzaam. Een soort die slechts af en toe wordt waargenomen; er komen relatief veel waarnemingen van Terschelling. Nederland bevindt zich in een overgangsgebied tussen twee ondersoorten. Globaal kan gezegd worden dat de ondersoort pruinata boven de grote rivieren voorkomt en de ondersoort atropunctaria daaronder; er zijn echter gebieden waar ze allebei door elkaar voorkomen. RL: ernstig bedreigd.

Rode lijst

ernstig bedreigd

Meer foto's

Terug naar boven ^

Levenswijze

Vliegtijd en gedrag

Half juni-begin september in één, soms twee generaties; de tweede generatie is partieel. De vlinders kunnen overdag van de waardplant of de nabijheid daarvan worden opgejaagd. Ze worden na het invallen van de duisternis actief en komen in kleine aantallen op licht.

Levenscyclus

Rups: juli-mei. De soort overwintert als jonge rups verscholen tussen de takken van de waardplant en verpopt zich in de strooisellaag.

Verspreiding

Vliegtijd

Benaming

Engelse naam

Grass Emerald

Duitse naam

Ginster-Grünspaner

Franse naam

l'Hémithée du genêt , l'Hemitée du cytise

Oud Nederlandse naam

goudenregenspanner

Synoniemen

Pseudoterpna atropunctaria, Hemithea cythisaria

Meer

Toelichting Nederlandse naam

De zomervlinders vliegen in de zomermaanden. Deze zomervlinder heeft kenmerkende grijsgroene vleugels.

Meer over Nederlandse namen

Toelichting wetenschappelijke naam

Pseudoterpna: pseudos is leugen, valsheid en terpnos is prachtig. De bedrieglijke mooie groene kleur die spoedig verdwijnt.
pruinata: pruina is rijp, de witte berijping van de groene vleugels.

Auteursnaam en jaartal

(Hufnagel, 1767)

Herkenning

Kenmerken vlinder

Voorvleugellengte: 14-19 mm. De blauwachtig groene kleur (vaak verblekend naar grijsachtig wit) en de sterk getande donkergroene of zwartachtige centrale dwarslijnen op de voorvleugel zijn kenmerkend. De ondersoort pruinata is vrij egaal groen met soms (donker)groene dwarslijnen en een lichte onderzijde van de vleugels. De ondersoort atropunctaria is wat bonter, gewoonlijk levendiger groen (soms grijs) met zwarte dwarslijnen of spikkels.

Kenmerken rups

Tot 26 mm; lichaam groen met een donkergroene middenstreep over de rug en aan weerszijden daarvan een witte lengtestreep; onder de spiracula een brede roze-achtig witte lengtestreep; kop zeer sterk ingesneden, waardoor twee kegelvormige punten worden gevormd; op het eerste lichaamssegment twee identieke punten, maar dan met rode uiteinden.

Verspreiding in Nederland in vier perioden

Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.

Habitat

Vooral heiden, open bossen en struwelen.

Planten

Brem en gaspeldoorn.

Waardplant

Brem
Cytisus

Heidebrem
Genista

Actualiteiten

Ontdek meer

Blijf op de hoogte

Ontvang vlindernieuws

Soorten uit dezelfde familie spanners (GEOMETRIDAE)

schermbloemdwergspanner
Eupithecia tripunctaria

kleine herculesspanner
Cepphis advenaria

herfstspanner
Epirrita dilutata

bosspanner
Scopula immutata

ligusterstipspanner
Scopula imitaria

bruine bergspanner
Euphyia frustata

Alle soorten uit deze familie