De eitjes vindt u in het petrischaaltje bij de poppen. Ze zitten als een kluitje gele bolletjes op een stukje (biologisch) koolblad. Leg dit koolblad, met de eitjes naar boven, op een vers koolblad. De rupsen die uit de eitjes kruipen, kunnen dan meteen aan het verse voedsel beginnen.
Het is van belang om voor biologisch onbespoten koolblad te kiezen. Als een plant bespoten is met bestaat de kans dat rupsen het niet overleven.
De ontwikkeling van de eitjes duurt ongeveer 4 tot 7 dagen.
De rupsen uit het pakketje moet u voorzichtig op een koolblad zetten. Dat kunt u het beste doen door ze met een penseel op een lepel te schuiven. Met de vingers oppakken is schadelijk voor rupsen: je knijpt snel te hard. U kunt de oude blaadjes met de rupsen ook naast de nieuwe koolblaadjes leggen. Dan lopen de rupsen vanzelf naar het nieuwe blad. Vooral voor kleine rupsjes is dit de gemakkelijkste manier.
De ontwikkeling van de rupsen duurt ongeveer 13 tot 24 dagen. Daarna zullen ze gaan verpoppen.
De rupsen van het groot koolwitje eten allerlei soorten kool. Het is belangrijk dat er geen bestrijdingsmiddelen op de bladeren zitten. Kies daarom voor biologische kool. Het leukste is natuurlijk om met de kinderen van te voren zelf koolplantjes te kweken.
De poppen uit het pakket dat u toegestuurd krijgt kunt u in de kooi leggen. Dat kan bijvoorbeeld op een dekseltje, waarin een stukje keukenpapier ligt.
Zet ook een takje in het dekseltje, tegen de rand van de kooi omhoog. De vlinders die uit de pop kruipen, hebben namelijk nog natte en opgevouwen vleugels. Ze moeten langs het takje omhoog kruipen om hun vleugels op te pompen en te laten drogen.
De ontwikkeling van de poppen duurt ongeveer 8 tot 16 dagen.
De vlinders die uitkomen kunt u meteen vrijlaten. Zet de kooi buiten op een dag dat de zon schijnt: de vlinders zullen uit zichzelf wegvliegen.
Een vlinder met dichtgeklapte vleugels kan voorzichtig worden opgepakt door de vleugels licht tussen wijs- en middelvinger te klemmen. Maar: er blijven altijd wat schubben aan uw vingers zitten en nieuwe schubben groeien niet meer aan. Het is daarom is het beste om de vlinders zo weinig mogelijk op te pakken.
U kunt de vlinders ook in bak laten tot ze eitjes hebben gelegd. De bak moet dan niet te klein zijn: vlinders moeten de ruimte hebben om te vliegen. Zet een schaaltje suikerwater in de kooi.
De vlinders leven van nectar uit bloemen. Kunstnectar kunt u maken door negen delen water in een bakje te doen met één deel suiker of honing. Doe ook een pannenspons in het bakje, of doe er een deksel met gaatjes op.
De eerste dagen hebben de vlinders vaak nog geen honger, omdat ze als rups al zoveel blaadjes hebben gegeten. Na een paar dagen leggen de vlinders eitjes en dan begint de hele cyclus opnieuw.
Tijdens het project moet de kooi om de dag goed schoongemaakt worden, om ziektes te voorkomen. Er mag geen schoonmaakmiddel voor gebruikt worden, want daar gaan rupsen en vlinders dood aan. Een vochtig doekje is genoeg.
De ronde donkergroene korrels zijn poepjes van de rupsen (geen eitjes) en moeten worden verwijderd. Door onderin de kooi keukenpapier te leggen, kunt u dit makkelijk doen. Ook moeten de koolbladeren regelmatig ververst worden. Losse bladeren moeten dagelijks vervangen worden, planten in een vaas als ze verwelken en planten in een pot als ze kaalgevreten zijn. Verder mag de bak nooit in de volle zon staan: daar kunnen de rupsen niet tegen.
In deze video ziet u hoe u de koolwitjes moet verzorgen. Wilt u zelf ook aan de slag? Bestel dan uw pakketje bij De Vlinderstichting!