dinsdag 24 april 2018
Wie in Zuid-Amerika is geweest, heeft ze vast gezien. Kolibries. Luchtacrobaten zijn het. Vooruit, achteruit, omhoog en omlaag, ze kunnen het allemaal in de lucht. In Nederland moeten we het zonder deze wondertjes op vleugels doen, maar we hebben een goed equivalent. De kolibrievlinder.
Tekst en foto's: Henk Dikkema
De kolibrievlinder stelt dezelfde acrobatiek tentoon. Als je je tenminste rustig houdt, want ze zijn erg schuw. Eén te snelle handbeweging en hup, daar gaat hij. Om ze te goed te kunnen fotograferen moet je engelengeduld hebben. In de zomer worden ze vaak op de vlinderstruik gefotografeerd. Het nadeel is dat er op de foto meer struik dan vlinder te zien is. Nee, als je ze mooi wilt kieken, dan moet je bij flox of nog mooier, bij slangenkruid op wacht gaan zitten.
Zo tegen het einde van april komen de eerste vlinders uit het zuiden hier aan. Het zijn vreemde eenden in de vlinderbijt. Ze horen ’s nachts te vliegen, net als de andere pijlstaarten. Het zijn de uitzonderingen die de wereld interessant maken!
De nieuw aangekomenen paren hier. De eitjes leveren schitterende rupsen, die duidelijk laten zien, dat ze tot de pijlstaarten behoren. De larven zijn maar een centimeter of vier lang en hebben een fraai doorntje, een pijl, op hun laatste lichaamssegment. Ik heb geen idee voor het voor dient. Misschien dragen ze hem met trots en gewoon voor de mooi! Wel hoorde ik van een vast zeer angstige dame, dat een rups van het avondrood haar dreigend zijn achterwerk had toegekeerd. Angst belemmert nou eenmaal objectiviteit.
De rups van de kolibrievlinder leeft van geel walstro.
De kolibrievlinder hoort bij de familie van de pijlstaarten; naar het doorntje op het achterlijf van de rups.
De vlinders leggen de eitjes op geel walstro. De rupsen lusten wel andere soorten, maar geel walstro heeft de voorkeur. Na een paar weken verpopt de rups in de grond. Daar drukt hij de grond wat aan, waardoor er een kleine holte ontstaat. De pop is, o wonder, bijna wit.
Veertien dagen later verschijnt de vlinder. De vlinder kruipt niet uit de grond, het is de pop, die zich naar de oppervlakte wurmt. De vlinder zoekt een plekje waar zijn vleugels goed kunnen hangen, pompt ze op en laat ze uitharden. Een uur na het uitkomen is de vlinder vliegvlug en als de temperatuur hoog genoeg is, gaat hij er vandoor. In tegenstelling tot vogels kunnen vlinders meten goed vliegen. Ze hoeven het niet te leren, ze doen het gewoon.
De nakomelingen van deze generatie zijn ten dode gedoemd. De winters hier zijn te koud en te vochtig. Overwinteren doen kolibrievlinders daarom in warmere landen ten zuiden van ons. In het nieuwe jaar krijgt de vlinder hier nieuwe kansen.
Vroeger was de vlinder een stuk gewoner in ons land. Dat blijkt wel uit de namen. Meekrapvlinder, omdat de rupsen zich in Zeeland vooral voedden met meekrap, een plant die de rode kleurstof alizarine levert. Onrust, omdat hij van bloem tot bloem vliegt, ogenschijnlijk zonder ook maar één moment te rusten.
Overwintert de kolibrievlinder in ons land?
13-dec-2018
Hebt u dit jaar een kolibrievlinder gezien?
11-okt-2016
De kolibrievlinders zijn er weer!
8-jun-2015
Let op kolibrievlinders
24-sep-2013