woensdag 7 oktober 2009
De kleine ijsvogelvlinder is een bedreigde Rode Lijstsoort. In het Lampenbroek zijn, door vrijwilligers en de beheerder Natuurmonumenten, maatregelen genomen om het de soort naar de zin te maken en dit blijkt te werken!
De kleine ijsvogelvlinder houdt van vochtig gevarieerd loofbos. De rupsen zijn helemaal gespecialiseerd op kamperfoelie, maar niet zomaar kamperfoelie. Ze prefereren planten die in de halfschaduw tot schaduw staan en in hele vochtige omstandigheden. Op deze donkere plekken staan niet veel planten te bloeien en de vlinder zelf heeft een hele hoge nectarbehoefte. Om zich goed voort te kunnen planten moeten de vlinders veel kunnen drinken uit bloeiende planten, vooral braam. De combinatie van donker en vochtig bos en open zonnige plekken met veel bloeiende nectarplanten kwam in het Lampenbroek nog maar weinig voor en de kleine ijsvogelvlinder was er al jaren niet meer gezien.
Natuurmonumenten en een zestal enthousiaste vrijwilligers wilden hier wat aan doen. Er werd kleinschalig gekapt om meer zon in het bos en op de bospaden te krijgen en er werd hard gewerkt om verdere verdroging van het bos tegen te gaan. Al na een jaar zag men weer de eerste kleine ijsvogelvlinder en ook dit jaar zijn er al meerdere gezien. Niet alleen in Lampenbroek is de soort terug gekeerd, maar ook in het er in de buurt liggende Halterkamp, waar kleinschalig gewerkt was, werden er op 1 juli drie gezien. Natuurmonumenten ziet dat het beheer werkt en voor de vrijwilligers, die jaarlijks vele uren in het bos actief zijn, is het een enorme stimulans om te zien dat al hun inspanningen succes hebben.