Nieuwsbericht

Er komen dan ook veel vragen binnen bij De Vlinderstichting over het muntvlindertje. “Wat is dit toch voor een schitterend klein vlindertje dat in mijn tuin zit? Die heb ik nog nooit gezien en ik kan in de boeken niet vinden wat het is. Het is vast een heel bijzondere soort.” Dat het muntvlindertje veel wordt gezien, komt natuurlijk omdat het redelijk veel voorkomt, maar ook omdat dit motje vooral veel in tuinen zit. Daar zijn de mensen vaak en valt zo’n vlindertje dus meer op. En nu, in augustus, komt de tweede generatie volop tevoorschijn en heb je dus een goede kans om er een te zien te krijgen. De voorjaarsgeneratie vliegt van april tot in juni. Die vrouwtjes leggen dan de eitjes en sterven en nu komen, in de tweede generatie, de nakomelingen tevoorschijn. De rupsen leven, zoals je al uit de naam kunt afleiden, op diverse muntsoorten, waaronder watermunt, aarmunt en appelmunt, maar ook op wilde marjolein en andere verwante planten als veldsalie, citroenmelisse, wild kattenkruid en soorten steentijm.

De herkenning is niet moeilijk. Het is een klein vlindertje, dat als een driehoekje op de bladeren of bloemen zit. De vleugels zijn prachtig paars-bordeauxrood met gele vlekjes. Er is nog wel een andere micro die er sterk op lijkt, de purpermot, maar die komt niet zoveel in tuinen voor. In rust heeft de purpermot een 'snor' op de vleugels. Ook heeft de purpermot een ronde stip richting het centrum van de ondervleugel; bij het muntvlindertje ontbreekt deze stip. Foto’s van de purpermot vindt u hier op de site van Microlepidoptera.