donderdag 20 juli 2023
Nog niet eens zo heel lang geleden stond de keizersmantel te boek als verdwenen uit Nederland. Heel af en toe werd er een zwerver gezien, maar vestiging bleef uit. Inmiddels is deze grote forse parelmoervlinder op veel plekken op de zandgronden aanwezig. De maand juli is de toptijd voor deze vlinder, dus als je hem wilt zien moet je nu op pad gaan.
Om de keizersmantel te zien, kan je op pad gaan: de paden op, de lanen in. Maar gewoon lekker in je bloemrijke tuin gaan zitten kan evengoed, of misschien zelfs nog wel beter, werken. De keizersmantel is eigenlijk een bosvlinder, maar de soort mijdt dichte bossen. De vlinders hebben een hele grote nectarbehoefte en daarvoor vinden ze in veel bossen niet genoeg bloeiende planten. Omdat het hele mobiele vlinders zijn, kunnen ze daarom gemakkelijk uitwijken naar tuinen.
De keizersmantel is een grote en opvallende vlinder, die in de vorige eeuw verdween uit ons land. Af en toe kwamen er nog wel zwervers binnen en op sommige plekken zelfs een aantal malen binnen een paar jaar. Incidenteel zullen ze zich hier ook wel hebben voortgeplant. Inmiddels weten we dat er op tientallen plekken in ons land sprake is van jaarlijks voortplantende keizersmantels. Hij is echt terug!
In de vorige eeuwen moet de keizersmantel wijd verbreid geweest zijn. Gek genoeg zie je dat juist aan het ontbreken van speciale aandacht. De soort werd in artikelen slechts in bijzinnen genoemd en was dus blijkbaar geen speciale vermelding waard. Iedere verzamelaar had al gauw een tiental exemplaren in zijn collectie. In zijn naamlijst van de Nederlandse vlinders in 1853 beperkt H.W. de Graaf zich tot: “In Gelderland dikwijls gevangen.”
Lempke schrijft in 1936 in de Catalogus der Nederlandse Macrolepidoptera: “In boschachtige streken in het N., O. en Z., soms gewoon, maar meestal weinig talrijk.” Wie de keizersmantel uit het buitenland kent, weet dat het vaak een buitengewoon talrijke vlinder kan zijn. Maar blijkbaar was de soort in 1936 al niet meer heel veel aanwezig in Nederland. Tussen 1981 en 1986 meldt de vlinderatlas van De Vlinderstichting slechts 16 vlinders uit 15 uurhokken. We mogen wel aannemen dat dit uitsluitend zwervers waren en de soort zich toen niet voortplantte in Nederland.
Vanaf 1990 is het aantal wisselend. Van maar een of twee per jaar tot ‘topjaren’ waarin er tientallen werden gemeld, maar ook dit leken voornamelijk zwervers te zijn. Vanaf 2010 neemt het aantal waarnemingen sterk toe en nu zijn er ook veel gebieden waar de soort zich jaar in jaar uit voortplant. Op het kaartje zien we dat vooral de zandgronden in trek zijn, maar ook daarbuiten wordt de vlinder wel gezien. De toename van de keiersmantel past in het beeld dat vooral soorten uit bossen het relatief goed doen de laatste jaren. Wellicht dat, door klimaatverandering, het wat koele (micro)klimaat van bossen gunstiger wordt.
2023 ArgynnisPaphia KarsVeling Keizersmantel Natuurbericht toename