Nieuwsbericht

Het warme voorjaarsweer van de afgelopen dagen heeft gezorgd voor veel meldingen van vuurjuffers. Deze sluipen nu massaal uit hun larvenhuidjes, die blijven hangen in planten langs de waterkant en zolang het niet regent goed te vinden zijn.

Het zijn niet de eerste juffertjes die worden gezien dit voorjaar, want er waren al flink wat meldingen van de twee winterjuffers, die als libel de winter hebben doorgebracht. De zeldzame noordse winterjuffer plaatselijk in het noorden van het land en veel bruine winterjuffers verspreid door het land. Deze komen op de eerste warmere dagen tevoorschijn uit hun overwinteringsplaatsen en zijn nu te vinden bij de voortplantingsplekken. De vuurjuffer heeft als larve in het water de winter overleefd. Deze hebben even tijd en wat hogere tempraturen nodig om zich zover te ontwikkelen dat de juffer uit kan sluipen. Voordat dit plaatsvindt gaan de larven tegen het wateroppervlakte liggen om zo al wat te ‘wennen’ aan het leven buiten het water. Na een aantal dagen kruipt de larve omhoog aan een oeverplant en zet zichzelf stevig vast. Dan barst het huidje open vlak achter de kop en langzaam maar zeker wurmt de juffer zich uit het larvenhuidje.

Dat huidje blijft achter als de juffer is opgepompt en opgedroogd en haar ‘maiden flight’ maakt. Zolang het niet flink gaat regenen blijven die huidjes achter op de oeverplanten. De jufferlarven zijn vrij klein en slank en je moet dan ook goed de waterkant afzoeken om ze te vinden. De larven van glazenmakers bijvoorbeeld, veel grotere libellen, zijn veel gemakkelijker te vinden. De juffers zijn nog vrij bruinig als ze net uit de larve zijn, maar al snel kleuren ze uit en worden ze prachtig dieprood. Ze zijn dan niet meer te verwarren met andere juffers. De koraaljuffer, die er best wel wat op lijkt, vliegt namelijk nog lang niet en verschijnt pas in juni. Dit jaar verschenen de eerste vuurjuffers op 9 april en nu komen ze op veel meer plekken massaal tevoorschijn. Hij komt in het hele land voor en langs allerlei water zijn ze te vinden, ook in kleine tuinvijvers. Vroeger kwamen ze in West Nederland maar weinig voor, maar mede doordat er in veel tuinen tuinvijvers werden aangelegd heeft de soort zich kunnen uitbreiden.