woensdag 30 september 2009
Het groot dikkopje, een dagvlinder, vliegt van juni tot in augustus. Maar de afgelopen weken is de vlinder op allerlei plaatsen gezien. Blijkbaar heeft de soort een extra, tweede generatie.
Vlinders hebben vaste vliegtijden. Er zijn soorten, zoals het bont zandoogje, die van april tot in oktober vliegen, in drie en soms zelfs vier generaties. Een aantal soorten heeft in Nederland altijd maar één generatie. Het oranjetipje bijvoorbeeld is alleen te zien tussen eind maart en begin juni. Het groot dikkopje heeft hier tot nu toe altijd maar één generatie gehad, van juni tot half augustus. De meeste groot dikkopjes die in augustus worden gemeld, zijn duidelijk oude dieren, die er al een aantal weken op hebben zitten. De kleur is vaal en vaak zijn ze beschadigd (foto rechts). In het buitenland, in het zuiden van Europa, heeft deze soort wel meer generaties. Door de warmte gaat de ontwikkeling daar sneller en kunnen ze zonder probleem het proces van ei naar vlinder in een korte tijd volbrengen.
Vanaf begin september zijn er al uit diverse plaatsen in het land verse groot dikkopjes gemeld. Deze vlinders zijn fraai oranje met een prachtige groene gloed. Je kunt aan de dieren zien dat ze nog maar net uit hun pop zijn gekropen (foto links). De waarnemingen komen uit Bergschenhoek (zelfs drie exemplaren bij elkaar), Ede, Vught, Weert (twee), Ospel en Katwijk (twee). De extra generaties hebben ongetwijfeld te maken met het warme weer. Vanaf 2000 zien we van meer soorten dat hun vliegtijd verandert en bij diverse vlinders zijn ook voorgaande jaren extra generaties gezien. Dit jaar hebben grote vuurvlinder en kleine ijsvogelvlinder een tweede generatie voortgebracht en landkaartje en bruine vuurvlinder een derde.