Nieuwsbericht

In oktober zijn de herfstuilen actief. Op niet te koude nachten zijn diverse soorten te zien op licht of op zoetigheid zoals bloeiende planten, rottend fruit of speciale stroop die op bomen wordt gesmeerd.

Je hoeft niet ver weg de natuur in om herfstuilen te zien te krijgen. In je eigen tuin kun je ze al tegenkomen, als je tenminste een beetje groene tuin hebt en niet zo’n volledig bestrate vlakte. Om ze te zien te krijgen moet je als het donker wordt met een zaklamp de tuin in. Als er bloeiende planten staan zoals een late vlinderstruik, herfstaster of klimop dan zijn ze daarop aan het drinken. Met hun lange roltong halen ze de nectar uit de bloemen. Zo kunnen ze uren achtereen bezig zijn. Ook op rottend fruit zijn ze aan te treffen. Je kunt een fruitschaal op de tuintafel zetten met daarin bruine appels, tot moes vergane peren of zwart geworden bananen en als het een niet al te koude nacht is zul je daarop nachtvlinders aantreffen. De volgeling is nog volop aanwezig, maar ook de herfstuilen komen nu uit hun pop. We hebben een heel aantal soorten herfstuilen; we zullen er hier drie kort voorstellen.

De bruine herfstuil is de meest wijd verbreide soort en komt eigenlijk in het hele land voor. Het is een mooi bruine vlinder met een rood lijntje onderaan de vleugels die uit losse wat verschoven stukjes bestaat. Dat is een handig herkenningspunt als je hem vergelijkt met de geelbruine herfstuil. Ook die heeft een rode lijn, maar deze is recht en aaneengesloten. De geelbruine herfstuil kom je vooral op de hogere zandgronden tegen. Met name op de Veluwe en op de Utrechtse Heuvelrug is het een regelmatige verschijning. De variabele herfstuil is juist wat meer buiten de zandgronden te zien. Dit is de minst algemene van het drietal. De herfstuilen zijn als rups niet erg kritisch. Ze eten van allerlei verschillende planten, zowel kruiden als bomen en struiken. Ga maar eens kijken in de tuine en geef uw meldingen door via waarneming of Telmee.nl.