donderdag 23 november 2017
Ecologisch bermbeheer staat volop in de belangstelling van burgers en overheden. Dat bleek uit het op 17 november gehouden symposium 'Drents bermbeheer', georganiseerd door De Vlinderstichting, FLORON en de provincie Drenthe. Het is nu hoog tijd om de vertaalslag naar de beheerpraktijk te maken. Hoe kan dat aangepakt worden?
Bermen hebben een belangrijke functie in het buitengebied. In steeds intensiever gebruikte agrarische landschappen neemt hun belang als leefgebied en verbinding tussen leefgebieden voor planten en dieren alleen maar toe. Eerder deze maand kondigde De Vlinderstichting al een samenwerking aan met LTO Nederland, om afspraken te maken over randvoorwaarden voor goed bermbeheer.
Michiel Verhofstad, ecoloog bij FLORON, illustreerde dit op het symposium aan de hand van voorbeelden uit de Drentse wegbermflora. Soorten als blauwe knoop (-61%) en echte guldenroede (-54%) nemen hand over hand af, terwijl raapzaad (+880%) en late guldenroede (+230%) een enorme vlucht maken. Deze dynamiek toont dat de karakteristieke, schrale bermvegetaties plaatsmaken voor voedselrijke bermvegetaties die overal in Nederland voorkomen. De Drentse eigenheid van wegbermen is daarmee aan het verdwijnen.
De gemeente Hoogeveen, op het symposium uitgeroepen tot beste Drentse bermbeheerder, maakte inzichtelijk welke keuzes op beleidsniveau kunnen leiden tot goed ecologisch bermbeheer. "Dat begint bij kennis van zaken en betrokkenheid bij zowel de aannemer als de toezichthouder", aldus Allinda Rutgers van de gemeente Hoogeveen. Van de 80 hectare wegberm die de gemeente in beheer heeft, wordt 79,5 hectare gemaaid en afgevoerd, en slechts 0,5 hectare geklepeld. Bij ingrepen in de berm kiest de gemeente soms voor het doormengen van de toplaag van de bodem met schraal zand.
Dit leidt tot een tijdwinst van zo’n tien jaar verschralingsbeheer. Cruciaal voor succesvol ecologisch bermbeheer zijn de monitoring van de effecten op flora en fauna, en de afstemming van werkzaamheden met andere overheden zoals het waterschap. Hoogeveen kiest orchideeën als icoonsoorten voor goed bermbeheer. “De komst van planten als welriekende nachtorchis en moeraswespenorchis vertelt ons dat we op de goede weg zijn”, aldus Rutgers. Uit het betoog van Rutgers bleek dat vrijwilligers van cruciaal belang zijn bij het jaarlijks monitoren van doelsoorten zoals orchideeën.
"Er valt veel natuurwinst te behalen wanneer bermen in samenhang met andere landschapselementen gezien en beheerd worden", betoogde Stefan Pronk van Landschapsbeheer Drenthe. Hij gaf aansprekende voorbeelden van betrokkenheid van bewoners bij bermen. Juist dit enthousiasme bij burgers is een belangrijke motor voor verandering van het groenbeleid bij gemeenten en waterschappen. Ruim tweederde van de meer dan honderd aanwezigen op het symposium gaf dan ook aan dat die betrokkenheid bij natuur en landschap in de buurt een belangrijke drijfveer was om het symposium bij te wonen. Overheden doen er goed aan dit potentieel te gebruiken.
Waar moet ecologisch bermbeheer in de praktijk aan voldoen? Op die vraag gaf Anthonie Stip van De Vlinderstichting een aantal richtlijnen mee.
De komende tijd werken overheden en maatschappelijke organisaties, onder aanvoering van de Provincie Drenthe, aan een verdere impuls voor biodiversiteit in het agrarisch gebied. Aanleiding is de in provinciale staten van Drenthe unaniem aangenomen motie Boerenlandvlinders. Deze beoogt een stevig herstel van de biodiversiteit op het Drentse platteland. Goed bermbeheer maakt daar een belangrijk onderdeel van uit.
De presentaties van het symposium Drents bermbeheer van 17 november 2017 zijn te vinden op de website van Heel Drenthe Zoemt.
Meer weten? Neem contact op met Anthonie Stip.