maandag 9 november 2009
De komende weken kunt u in uw eigen omgeving, soms letterlijk om de hoek, de kleine wintervlinder vinden. Deze nachtvlinder wordt pas actief als het koud is geweest en vliegt soms door tot ver in december of zelfs januari.
Het begin en het eind van de vliegtijd van de kleine wintervlinder hangen af van de weersomstandigheden; tijdens zachte winters vliegen de vlinders soms tot half januari. Ze komen goed op licht af en zijn vaak op verlichte vensters aan te treffen. Een vlindertje dat de komende tijd bij de lamp bij de voordeur zit is waarschijnlijk de kleine wintervlinder en de witte fladderaars in de koplampen van de auto ook. Zowel de mannetjes als de vrouwtjes kunnen in het donker rustend of omhoog kruipend op boomstammen worden waargenomen. Ook andere spanners met veelzeggende namen als herfstspanner, najaarsspanner en grote wintervlinder zijn nu te zien, maar de grotere aantallen hebben vaak betrekking op kleine wintervlinders. De mannetjes hebben vleugels, de vrouwtjes niet. Deze kunnen dus ook niet vliegen, maar kruipen tegen boomstammen omhoog in de hoop door een mannetje te worden ontdekt.
Na de paring (zie foto) zet het vrouwtje haar eitjes af in spleten van de bast en op takjes, maar ook op allerlei andere plekken. In het voorjaar komen daar de rupsjes uit. De rupsen kunnen na uitkomen makkelijk een week zonder eten en laten zich verspreiden door de wind. Vervolgens beginnen ze te eten aan het jonge uitlopende blad. De rupsen zijn in het voorjaar belangrijk voedsel voor veel vogels, vooral mezen. U kunt de kleine wintervlinder overal vinden in de buurt van bomen, maar er zijn ook meldingen van tientallen exemplaren die op een flatmuur zaten en daar zelfs ook eitjes afzetten. In sommige jaren gaat het om enorme aantallen. Dan worden er bomen met honderden vlinders gemeld. Tot dusver gaat het dit jaar nog om enkelingen.