Nieuwsbericht

Meer insecten in graslanden dankzij sinusbeheer

donderdag 19 december 2024

Sinusbeheer is een speciale vorm van gefaseerd maaibeheer in graslanden. Het leidt tot betere omstandigheden voor en een toename van insecten, zonder verruiging van de vegetatie. Dat blijkt uit de resultaten van zes jaar praktijkonderzoek van De Vlinderstichting in beekdalgraslanden in Noord-Brabant.

In open gebieden, zoals graslanden, staat de natuur onder druk. Sinds 1990 is het aantal dieren er met ongeveer vijftig procent afgenomen. Naast een brongerichte aanpak van het verminderen van drukfactoren zoals stikstofdepositie, kan ook een andere kijk op het beheer van graslanden bijdragen aan herstel. In 2013 heeft Jurgen Couckuyt het sinusbeheer uitgevonden in Vlaanderen.

Sinusbeheer zorgt voor een groter aandeel bloeiende planten (Bron: Anthonie Stip). Sinusbeheer zorgt voor een groter aandeel bloeiende planten (Bron: Anthonie Stip).

Nederland

Kort daarna is deze vorm van gefaseerd maaibeheer ‘overgewaaid’ naar Nederland, dankzij een campagne van De Vlinderstichting. Steeds meer beheerders passen sinusbeheer sindsdien toe in hun terreinen. Van 2017 tot en met 2023 voerden De Vlinderstichting en partners een praktijkonderzoek uit naar de effecten van sinusbeheer op biodiversiteit in vochtige beekdalgraslanden in de Nederlandse provincie Noord-Brabant. Het vond plaats op schrale tot matige voedselrijke beekdalgraslanden in vijf natuurgebieden op de Brabantse zandgronden. In elk natuurgebied is er zowel gemeten in een perceel met sinusbeheer, als in een referentieperceel met gangbaar maaibeheer van 'volvelds maaien en afvoeren'.

Veel meer bloeiende bloemen en insecten

Het onderzoek geeft een aantal relevante nieuwe inzichten. Allereerst dat na enkele jaren sinusbeheer er 44 procent meer ongewervelden in de percelen met sinusbeheer werden aangetroffen. Het betreft voornamelijk vliegen, spinnen en kevers. Zowel de biomassa als de aantallen waren significant groter in percelen met sinusbeheer. Het is goed om hierbij te vermelden dat dit lokale voortplanting betreft, omdat er met piramidevallen is gemeten. Van het oranjetipje, een modelsoort voor dit type grasland, toonden we aan dat deze dankzij sinusbeheer 2,4 keer meer eitjes afzet bij hetzelfde aanbod aan pinksterbloemen, waarschijnlijk door een grotere heterogeniteit in de vegetatiestructuur. Ook vonden we in de nazomer meer wilde bijen (gemiddeld 2,5 keer meer) en meer soorten zweefvliegen (gemiddeld 44 procent meer) in de percelen met sinusbeheer. Vermoedelijk komt dit doordat het bloemaanbod in de nazomer substantieel groter was: teaalf keer meer bloeiende vlinderbloemigen en drie keer zoveel bloeiende kale jonkers in percelen met sinusbeheer. Dit zijn plantensoorten die door veel bestuivende insecten gebruikt worden als nectar- en stuifmeelbron.

Na enkele jarenzijn er 44 procent meer ongewervelden in de percelen met sinusbeheer (Bron: Anthonie Stip). Na enkele jarenzijn er 44 procent meer ongewervelden in de percelen met sinusbeheer (Bron: Anthonie Stip).

Wisselend beeld

Bij dagvlinders waren de resultaten wisselend: in totale dichtheid per hectare was er geen significant verschil tussen percelen met en zonder sinusbeheer. De twee talrijkste vlinders vertoonden wel reacties op het sinusbeheer, maar met een contrast tussen de soorten. Het klein geaderd witje was over het geheel ruim twee keer talrijker in de referentie dan bij sinusmaaien. Het bruin zandoogje was juist twee keer talrijker bij sinusmaaien. In de vegetatie was er ook verandering. Zowel in de percelen met sinusbeheer als in de referentiepercelen nam de soortenrijkdom toe. Het verschil was niet significant.

Herbloei op het enige tijd geleden gemaaide sinuspad (Bron: Anthonie Stip). Herbloei op het enige tijd geleden gemaaide sinuspad (Bron: Anthonie Stip).

Beter microklimaat

De verruiging van de vegetatie viel mee. Zowel via de bedekkingsgraad van ruigteminnende plantensoorten, als via het stikstofgetal van de vegetatie, vonden we geen significant verschil tussen beide beheertypen. Wel is het raadzaam om eventuele opslag van elzen niet door te laten schieten, maar dat is ook bij regulier maaien al een aandachtspunt. Tenslotte toonden we ook aan dat het microklimaat in de vegetatie verandert door sinusbeheer. De variatie in het microklimaat neemt toe gedurende het groeiseizoen. Er is significant meer afwisseling tussen warme en koude plekjes binnen het sinusperceel dan in referentiepercelen. Dat is goed nieuws voor insecten die met steeds meer uitdagingen te maken krijgen als gevolg van klimaatverandering en de nimmer stilzittende mens.

Het zesjarig praktijkonderzoek laat zien dat sinusbeheer een bewezen effectieve beheermethode is voor het herstel van fauna in graslanden. Bovendien neemt de klimaatbestendigheid van de graslanden toe. Daarmee is sinusbeheer klaar voor bredere toepassing in het graslandbeheer van de Lage Landen.

Meer informatie

  • De resultaten van het onderzoek zijn in dit rapport te raadplegen (pdf:4,3 MB).
  • Dit project is mede mogelijk gemaakt door financiële bijdragen van de provincie Noord-Brabant, het Cultuurfonds, De Vlinderstichting, Brabants Landschap, Staatsbosbeheer en een particuliere gever.

2024 AnthonieStip BloemrijkGrasland insecten MichielWallisDeVries Natuurbericht sinusbeheer