vrijdag 25 maart 2016
In het voorjaar van 2016 werd in Zuid-Limburg een nieuwe populatie van de uiterst zeldzame veldparelmoervlinder ontdekt. En wel op een heel bijzondere plek: in de bermen van Rijksweg A79. Hier zijn 27 rupsengroepen gevonden. Rijkswaterstaat zal door aangepast maaibeheer werken aan het behoud van deze vlinder.
De veldparelmoervlinder (Melitaea Cinxia) is in Nederland een ernstig bedreigde en beschermde soort. Tussen 1995 en 2004 lijkt de vlinder zelfs even helemaal uitgestorven te zijn, maar gelukkig wordt deze vlinder sinds 2005 weer regelmatig gezien op de Sint Pietersberg. Ook heeft zich een populatie gevestigd op de Bemelerberg. Daarnaast heeft een Vlaamse populatie zich nu ook tot Noord-Brabant uitgebreid.
Vlinders van deze populatie hebben de afgelopen jaren verschillende pogingen tot nieuwe vestiging ondernomen, maar tot dusverre nog zonder succes. De locatie langs de A79 is nu de eerste geslaagde vestiging. Dat er maar liefst 27 rupsengroepen zijn gevonden, met enige honderden rupsen, betekent dat zich hier meerdere vrouwtjes hebben voortgeplant.
De rupsen van de veldparelmoervlinder eten van smalle weegbree. Die plant komt overal in Nederland voor. Daarnaast houden ze van warmte; het zou dus zomaar kunnen dat deze vlinder profiteert van klimaatopwarming.
Maar waarom is de veldparlemoervlinder dan toch zo zeldzaam? Dat komt omdat de vlinder in het rupsenstadium hele specifieke eisen stelt aan zijn leefgbied. Het landschap moet open zijn, en voedselarm. De plantengroei moet structuurrijk zijn, liefst met de zon op het zuiden, waar de zonnewarmte in het voorjaar goed doordringt. Kortom: het microklimaat moet precies goed zijn. En zulke plekken zijn in Nederland zeldzaam geworden.
De zuidhellingen in het Limburgse Heuvelland voldoen meestal aan deze eisen. Maar door de stikstofuitstoot door landbouw en verkeer zijn de plekken toch een uitzondering geworden. En dan hebben we in Nederland ook nog de gewoonte om graslanden overal kort te maaien. Overwinterende rupsen zijn daar bijzonder kwetsbaar voor. Af en toe maaien moet gebeuren om te zorgen dat het gebied niet dichtgroeit, maar dat moet wel met beleid gebeuren.
In de bermen van Rijkswegen kunnen de gunstige condities wel worden gevonden, zeker in het Heuvelland met zijn kalkhellingen. Er wordt niet bemest en wel gemaaid. De uitdaging is nu om te zorgen dat er gefaseerd gemaaid gaat worden, zodat de veldparelmoervlinder hier haar hele levenscyclus zal kunnen blijven voltooien. Rijkswaterstaat heeft toegezegd om zich daarvoor in te willen spannen!
De veldparelmoervlinder is één van de 12 meest bedreigde soorten waarvoor De Vlinderstichting zich extra inzet. Ook meehelpen?
Doneer online voor de veldparelmoervlinder
beheer klimaat MelitaeaCinxia TienVoor12 Veldparelmoervlinder
De koekoek onder de vlinders
12-sep-2018