Nieuwsbericht

Rode lijst vastgesteld

vrijdag 4 september 2009

Een bericht vanuit LNV:

Minister Verburg van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft vijf nieuwe rode lijsten gepubliceerd met soorten die in Nederland zijn bedreigd. De lijsten vervangen de oudere rode lijsten voor zoogdieren, reptielen, amfibieën, dagvlinders en paddenstoelen.

De nieuwe rode lijsten zijn gebaseerd op rapporten van zogeheten Particuliere Gegevensbeherende Organisaties (PGO’s): Zoogdiervereniging VZZ, Stichting RAVON, de Vlinderstichting en de Nederlandse Mycologische Vereniging. Deze organisaties hebben over een langere periode bekeken hoe verschillende soorten het in ons land doen.

Vooruitgang
Met sommige soorten gaat het beter dan tien jaar geleden. Zo hebben de gewone zeehond, het damhert en de gewone grootoorvleermuis nu een minder bedreigde status gekregen. Dat geldt ook voor tientallen soorten paddenstoelen die nu de status ‘thans niet bedreigd’ hebben gekregen. Echter, er zijn ook soorten die er slechter voorstaan, zoals de geelbuikvuurpad, de kleine heivlinder en de laatvlieger (vleermuis).

Maatregelen ter bescherming
De rode lijsten worden onder meer gebruikt als graadmeter voor hoe het gaat met de biodiversiteit in ons land. Deze staat onder druk, zoveel is duidelijk. Daarom neemt minister Verburg maatregelen voor bedreigde soorten. De belangrijkste zijn de realisering van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) en de Natura 2000-gebieden. Aanvullend is het ministerie van LNV in 2007 gestart met de leefgebiedenbenadering. Deze nieuwe aanpak richt zich op leefgebieden en groepen van soorten, in plaats van op individuele soorten. Provincies kunnen actieve beschermingsmaatregelen voor verschillende rodelijstsoorten nemen in het kader van de leefgebiedenbenadering van LNV.