maandag 19 juli 2010
Het koevinkje komt vooral veel voor op de hogere zandgronden. In de duinen van Zuid-Kennemerland is de soort echter ook aanwezig en hij wordt momenteel in grote aantallen gezien.
Het zwaartepunt van de verspreiding van het koevinkje ligt in de oostelijke helft van Nederland. Langs bosranden, in bospaden en wat ruigere graslanden kun je er daar soms vele tientallen bij elkaar tegenkomen. Al jaren zit er ook een geïsoleerde populatie in de duinen van Zuid-Kennmerland. De afgelopen dagen komen er berichten dat het koevinkje daar een erg goed jaar lijkt door te maken. Op een monitoringroute in de binnenduinrand, die een kilometer lang en vijf meter breed is, zag Chris van Daalen 75 koevinkjes en ook uit allerlei andere delen van het duin komen nu meldingen, zelfs tot in de zeeduinen toe. Het koevinkje hoort bij de zandoogjes en is goed herkenbaar. Het is een effen bruine vlinder (zowel de boven- als de onderkant), met een rij van geelomrande oogjes. De twee andere zandoogjes die op dit moment vliegen, het bruin en het oranje zandoogje, hebben allebei ook oranje in hun vleugels.