maandag 30 oktober 2023
Sinusbeheer is een vorm van gefaseerd maaibeheer die steeds vaker toegepast wordt. Onderzoek in vochtige beekdalgraslanden in Noord-Brabant werpt nieuw licht op de meerjarige ecologische effecten van sinusbeheer. Op 24 november worden de resultaten gepresenteerd voor beheerders. Aanmelden voor deze veldwerkplaats is mogelijk.
Sinusbeheer of sinusmaaien is ontstaan in Vlaanderen en uitgevonden door vrijwillig natuurbeheerder Jurgen Couckuyt. Sinds ongeveer 2015 wordt sinusbeheer ook toegepast in het graslandbeheer en groenbeheer in Nederland, op een groeiende schaal. De ecologische effecten van sinusbeheer zijn van 2017-2020 en van 2021-2022 onderzocht in vochtige beekdalgraslanden in Noord-Brabant. Het onderzoek werd uitgevoerd door De Vlinderstichting, EIS Kenniscentrum Insecten en FLORON, in samenwerking met Brabants Landschap en Staatsbosbeheer.
Inzichten uit de eerste vier jaar onderzoek laten zien dat het microklimaat tijdens het groeiseizoen gevarieerder wordt als gevolg van sinusbeheer. In het grasland ontstaan plekken met hoge én met lage temperaturen. Voor diverse insecten is dit gunstig voor hun ontwikkeling. Ook ontstaan er meer schuilmogelijkheden voor uiteenlopende weersomstandigheden. Je zou kunnen zeggen dat het grasland door sinusbeheer klimaatrobuuster wordt. Verder blijkt de vegetatie in de beekdalgraslanden niet substantieel te verruigen als gevolg van sinusbeheer. Ook konden we aantonen dat er door sinusbeheer significant meer vlinders per hectare waren van drie soorten graslandvlinders: bruin zandoogje, groot dikkopje en klein geaderd witje.
In fase 2 van het onderzoek in 2021 en 2022 hebben we ons gericht op de middellange termijneffecten van sinusbeheer voor vegetatie en bestuivende insecten én onderzocht wat de gevolgen van het beheer zijn voor voortplanting van insecten. De resultaten van dit onderzoek worden tijdens een veldwerkplaats op vrijdag 24 november toegelicht, inclusief terreinbezoek. Ook gaan we in op de kosten en baten van sinusbeheer. De veldwerkplaats vindt plaats in de Peelboerderij van Staatsbosbeheer in Ospel (Li) en is in eerste instantie gericht op beheerders. Het programma is hier te bekijken. Deelname is gratis, aanmelden verplicht. Er is plaats voor maximaal 30 deelnemers. Eind 2023 worden de onderzoeksresultaten gepubliceerd.
Fase 1 en 2 van dit onderzoeksproject zijn mede mogelijk gemaakt door de provincie Noord-Brabant.