Nieuwsbericht

Vleermuistellers tellen vlinders

donderdag 5 januari 2012

Elke winter worden groeven, bunkers en kelders bezocht door vleermuisliefhebbers. Ze tellen daar jaarlijks de overwinterende vleermuizen, maar komen daar ook vlinders tegen, die door sommigen ook netjes worden geteld en doorgegeven. Zo zijn roesje, hopsnuituil, kleine vos en dagpauwoog gevonden in de mergelgroeven in Zuid-Limburg.

De mergelgroeven in Zuid-Limburg zijn bekend om de vele vleermuizen die er de winter doorbrengen. Jaarlijks bezoekt Willem Vergoossen de groeven van de Sint-Pietersberg en telt hoeveel vleermuizen er overwinteren. Tijdens die tellingen komt hij ook regelmatig vlinders tegen die dezelfde groeve hebben uitgekozen als overwinteringsplaats. Ook dit jaar heeft hij al weer geteld en meer dan 100 vlinders doorgegeven via waarneming.nl. Het gaat om twee soorten nachtvlinders en twee dagvlinders.

De meest talrijke nachtvlinder is het roesje (Scoliopteryx libatrix). Van deze prachtig gekleurde nachtvlinder vond hij maarliefst 74 exemplaren. Dat was iets meer dan vorig jaar, toen de teller op 70 bleef steken, maar veel meer dan de 46 uit 2009. Het roesje is een gewone soort, die verspreid door het land voorkomt. Het zijn echt nachtactieve dieren, dus je zult ze niet snel te zien krijgen, of je moet ’s nachts met de zaklamp op zoek gaan bij rottend fruit of andere zoetigheid. Of je moet vleermuizen gaan tellen natuurlijk.

Een andere nachtvlinder die wel in de groeves wordt aangetroffen is de hopsnuituil (Hypena rotralis), maar deze is veel schaarser. Dit jaar weren er 3 gevonden, tegen 9 in 2010 en maar één in het jaar daarvoor. Naast deze nachtvlinders werden ook twee dagvlinders gevonden.

Van de vier echte dagvlinderoverwinteraars zijn er twee die in binnenshuis en ook in groeven, bunkers en schuren overwinteren en deze twee, dagpauwoog en kleine vos zijn dan ook in de mergelgroeve van de Sint-Pieterberg aangetroffen. Van de dagpauwoog werden 22 vlinders geteld, precies evenveel als in 2010 en twee minder dan in het jaar daarvoor. Deze soort is dus heel stabiel. De andere, de kleine vos, laat een veel wisselender beeld zien. In 2009 werden er maar twee gezien, vorig jaar maarliefst 11 en in 2012 bleef de teller steken op 5 vlinders. Kleine vos en dagpauwoog kunnen ook binnenshuis worden gevonden. Het is dan het beste om de vlinder voorzichtig tussen wijsvinger en middelvinger te nemen en hem buitenshuis op een beschutte plek weg te zetten, bijvoorbeeld in zo’n vlinderkastje. Kou is voor deze soorten geen enkel probleem, warmte wel.

Dagpauwoog Hopsnuituil KleineVos overwinterend Roesje tellen