Nieuwsbericht

Vlinder in huis?

dinsdag 30 november 2010

Veel vlinders zijn er niet in de winter. De meeste soorten zijn ei, rups of pop in deze koude periode. Toch komen de afgelopen dagen bij De Vlinderstichting veel meldingen binnen: “Ik heb een vlinder in mijn huis! Hoe zorg ik dat hij de winter overleeft?” Gelukkig is dat gemakkelijk: vlinders zijn prima uitgerust om kou te overleven.

In Nederland is de winter voor vlinders een ongunstige en gevaarlijke tijd. Het is koud en er is geen voedsel in de vorm van bloeiende planten. De meeste vlinders in Nederland overwinteren als ei, rups of pop. Ze houden zich stil en wachten op betere tijden.

Maar er zijn vier soorten die het anders doen: zij overwinteren in Nederland als volwassen vlinder. Dat zijn de dagpauwoog, de kleine vos, de gehakkelde aurelia en de citroenvlinder. Ze zoeken beschutte plaatsen op: bijvoorbeeld in huizen, schuren, bunkers en kelders. Zodra de winter begint gaan ze in winterslaap. Ze trekken allerlei stoffen terug uit hun lijf en maken zich klaar om flinke vorst te kunnen doorstaan. Dat proces kost veel energie, maar het zorgt er wel voor dat ze gezond de winter door komen.

Het kan dus gebeuren dat een vlinder je huis is binnengekropen om te overwinteren. Als je de verwarming aanzet, kan de vlinder actief worden. En dat is natuurlijk niet de bedoeling midden in de winter. Zet de vlinder daarom voorzichtig op een koele, beschutte plek: in de schuur, in de kelder of onder een afdakje. Hier kan de vlinder rustig wachten tot de winter voorbij is. En in het voorjaar kan iedereen weer van de vlinders genieten!