dinsdag 22 maart 2011
Het was zonnig dit weekend en veel mensen hebben hun eerste vlinders gezien. Was je nog niet zo gelukkig en wil je de komende dagen kans maken, dan is een bezoekje aan bloeiende wilgen aan te raden.
Zowel afgelopen zaterdag als zondag zijn er op heel veel plaatsen vlinders gezien. Hoewel de temperatuur nog niet zo hoog was maakte de zon toch dat vlinders actief konden zijn. Op zondag was het 's ochtends in grote delen van het land nog niet volop zonnig, maar zodra het echt helder werd werden overal de vlinders gezien. Nou ja, niet overal. De vlinders zijn vooral gezien op wat beschutte plekken, want in de wind hadden ze moeite om hun optimale temperatuur van zo'n dertig graden te bereiken. Op windstille plaatsen en dan het liefst op dood plantmateriaal of andere goed reflecterende ondergrond, warmen vlinders zich op. Als ze eenmaal op temperatuur zijn gaan ze op zoek naar nectarplanten. Een winter vasten heeft ze aardig uitgehongerd. Erg veel bloeiende planten zijn er echter nog niet te vinden, zeker niet in het buitengebied.
Plaatselijk beginnen al wel wilgen in bloei te komen en dat is een uitstekende plaats om vlinders te zoeken. Vooral de kleine vos zien we regelmatig drinkend op de wilgenkatjes, maar ook de gehakkelde aurelia en de dagpauwoog zijn er op te vinden. Met hun lange roltong kunnen ze de nectar, die onderin de katjes zit, prima bereiken. Behalve voor vlinders is wilg ook een erg aantrekkelijke voedselplant voor bijen en hommels. Deze komen er ook op af vanwege de rijke stuifmeeldracht. Met poten vol kluiten stuifmeel zie je ze van katje naar katje vliegen. Deze stuifmeel wordt als voedsel voor het broed meegenomen naar het nest. Vlinders zullen niet bewust stuifmeel meenemen. Hun larven, de rupsen, leven niet van stuifmeel, maar eten van de plant waarop ze gespecialiseerd zijn, de zogenaamde waardplant. Gelukkig hebben de katjes ook veel nectar. Wilt u de komende dagen vlinders zien dan is een bezoekje aan bloeiende wilgen uw kans.