donderdag 11 augustus 2016
Tot 1933 werd er tien keer een staartblauwtje in Nederland gezien, maar daarna duurde het bijna tachtig jaar voor het weer eens raak was. In 2011 kwam de eerste waarneming van dit piepkleine blauwe vlindertje. Ook dit jaar werden er staartblauwtjes gezien: deze week kwam er een melding uit Limburg.
Het staartblauwtje onderscheidt zich van andere blauwtje door het kleine 'staartje' aan de vleugels. Sinds 2011 wordt het staartblauwtje jaarlijks in sterk wisselende aantallen gezien in Nederland. In 1933 verdween deze vlinder uit Nederland, en het duurde decennia tot er weer eentje werd gezien.
Maar vanaf 2011 leek de vlinder definitief teruggekeerd: op acht en in 2015 zelfs op tien locaties, maar in 2013 slechts op twee plekken. De kolonisatie van ons land past daarmee in een Europese uitbreidingsgolf, waarin het staartblauwtje zich al een jaar of twintig noordwaarts uitbreidt.
In Duitsland is het staartblauwtje (overigens ook met vallen en opstaan) inmiddels in vrijwel de hele zuidelijke helft te vinden. Maar iets ten zuiden van Keulen vind je deze vlinder al op veel plekken. Hij zit daar overigens niet op de (bij veel Nederlandse vlinderaars zo geliefde) kalkgraslanden, maar juist op allerlei boerengraslanden met veel klaver en rolklaver. Ook in Zuid-België kan de soort inmiddels op veel plekken gezien worden.
Een waarnemer meldde begin augustus het staartblauwtje in Limburg. Een vrouwtje ging ook nog meteen eitjes leggen op rolklaver, dus er is ook al gewerkt aan de voortplanting.
Daarmee is dit het zesde jaar op rij dat het staartblauwtje zich in ons land voortplant. Als hij dat tien jaar op rij doet, wordt het een zogenaamde standvlinder. Voor het laatst gebeurde dat in 2002, toen het boswitje tien jaar aanwezig was. En vorig jaar mochten we de keizersmantel ook al als 'niet meer verdwenen' bestempelen.
Wie ziet bruine eikenpage in Limburg?
16-jun-2015
Honderden landkaartjes bij elkaar!
4-sep-2014