Half juli-begin september in één generatie.
De soort overwintert als halfvolgroeide rups.
Woodland Grayling
Grosser Waldportier
Le Sylvandre
Satyrus hermione
Hipparchia: Hipparchus, een gevierde Griekse astronoom uit de tweede eeuw v.C. Zijn sterrencatalogus werd bewaard door Ptolemeus. Misschien deden de opvallende ogen op de vleugels van deze soorten Fabricius denken aan sterren.
fagi: Fagus is het plantengeslacht berk. De waardplanten zijn grassen maar de vlinder wordt vaak op boomstammen gezien.
(Scopoli, 1763)
Voorvleugellengte: 29-33 mm. De vleugels van deze grote zandoog hebben een crèmekleurige band. De band op de bovenkant van de vleugels is niet onderbroken en vaak niet scherp afgegrensd. Het vrouwtje heeft twee oogvlekken op de voorvleugel, het mannetje slechts één.
Tot 36 mm; naar de staart versmald; staart met twee kleine uitsteeksels; lichaam bleek grijsachtig bruin tot geelachtig bruin met donkerder bruine lengtestrepen over rug en flanken en een zwartachtig bruine middenstreep over de rug; kop lichtbruin met vier donkere strepen.
Een dwaalgast, waarvan slechts één waarneming uit Nederland bekend is; het betreft een mannetje bij Nijmegen in 1901.
In de literatuur staat de grote boswachter vermeld als honkvast.
De grote boswachter komt voor van Noord-Spanje tot Midden-Duitsland en Rusland. In Midden-Frankrijk is het een algemene soort. De dichtstbijzijnde populaties vliegen in de Franse Elzas en de Vogezen.
Van West-Europa (Pyreneeën en zuidwest-Frankrijk) naar het oosten tot Zuid-Rusland. Naar het noorden tot Midden-Duitsland (zuidelijk Thüringen), naar het zuiden tot Italië (Sicilië!) en de Balkan.
Onderstaande diagrammen tonen de veranderingen van de talrijkheid in de loop van de tijd. De gegevens zijn afkomstig uit het Landelijk Meetnet Vlinders (CBS / De Vlinderstichting) en de Nationale Databank Flora en Fauna.
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
Bosachtige, verruigde kalkgraslanden.
Waardplanten zijn diverse grassen, waaronder rood zwenkgras en gevinde kortsteel.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting
heivlinder
Hipparchia semele
oostelijke vos
Nymphalis xanthomelas
kleine vos
Aglais urticae
bosrandparelmoervlinder
Fabriciana adippe
tweekleurig hooibeestje
Coenonympha arcania
moerasparelmoervlinder
Euphydryas aurinia