Begin juni-half augustus in één generatie. De mannetjes vliegen overdag bij zonnig weer en bezoeken distels die in de buurt van de waardplant staan; ze worden soms ´s nachts op licht aangetroffen.
Rups: juni-oktober. De soort overwintert als pop in een cocon op de grond.
Drab Looper
Wolfsmilchspanner
la Souris, la Phalène de l'euphorbe
Deze spanner is klein en bruin; een betere naam dan bruin spannertje is nauwelijks denkbaar.
Minoa: minous is Kretenzisch; geen entomologische betekenis.
murinata: murinus is muiskleurig, de grondkleur van deze soort
(Scopoli, 1763)
Voorvleugellengte: 9-11 mm. Goed te herkennen aan de effen licht- tot vaalbruine vleugels zonder verdere tekening. In Nederland komt echter vrijwel uitsluitend de zwarte melanistische vorm voor, die in het buitenland juist niet voorkomt.
Tot 13 mm; lichaam grijsachtig roze met min of meer uitgebreide zwarte tekening; lichtroze wratjes; grijze onderzijde; onder de spiracula een onregelmatige oranje of geelachtig roze lengtestreep; kop bruin met zwarte tekening.
Zeer zeldzaam. Wordt slechts af en toe waargenomen in de zuidelijke helft van het land, vooral in Limburg. RL: ernstig bedreigd.
Zeldzaam, maar lokaal algemeen in Luxemburg en Namen.
Van het Iberisch Schiereiland via het Middellandse Zeegebied tot de Balkanlanden, noordelijk daarvan van Frankrijk en Engeland via Midden- en Oost-Europa tot Estland. Niet in Scandinavië. In het Zwarte Zeegebied, Klein-Azië, de Kaukasus en de bergen van Midden-Azië ssp. monochroaria (Herrich-Schäffer 1847).
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
Cipreswolfsmelk.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting
gewone dwergspanner
Eupithecia vulgata
schijn-sparspanner
Thera britannica
gele oogspanner
Cyclophora linearia
witte sparspanner
Thera vetustata
grote wintervlinder
Erannis defoliaria
gespikkelde korstmosspanner
Fagivorina arenaria