boksbaardvlinder Amphipyra tragopoginis

Familie

uilen (NOCTUIDAE)

Zeldzaamheid

Vrij zeldzaam. Komt verspreid over het land lokaal voor. RL: bedreigd.

Rode lijst

bedreigd

Meer foto's

Terug naar boven ^

Levenswijze

Vliegtijd en gedrag

Begin juli-begin oktober in één generatie. De vlinders komen zowel op licht als op smeer en bezoeken bloemen. Overdag rusten ze achter schors en in gebouwen; vaak met meerdere exemplaren bij elkaar.

Levenscyclus

Rups: april-juli. De rups is ´s nachts actief en verbergt zich overdag dicht bij de grond op de waardplant. De verpopping vindt plaats in een cocon in de strooisellaag of in de grond. De soort overwintert als ei.

Verspreiding

Vliegtijd

Benaming

Engelse naam

Mouse Moth

Duitse naam

Dreipunkt-Glanzeule

Franse naam

la Triponctuée , la Noctuelle du salsifis

Oud Nederlandse naam

muisuiltje

Synoniemen

Scotophila tragopoginis, Amphipyra tragopogonis

Meer

Toelichting Nederlandse naam

Boksbaard is een al lang bestaande naam die al gebruikt wordt door Ter Haar in 'Onze vlinders' (begin vorige eeuw).
Boksbaard is een oude naam voor morgenster. Zie verder bij 'toelichting wetenschappelijke naam'.

Meer over Nederlandse namen

Toelichting wetenschappelijke naam

Amphipyra: amphi is rond en pur is het vuur. Pickard en Treitschke vinden dat hiermee wordt aangeduid dat de vlinders op licht af komen. Spuler denkt dat het te maken heeft met de koperkleur van de achtervleugels.
tragopoginis: Tragopogon pratensis is gele morgenster, een van de voedselplanten van deze polyfage soort.

Auteursnaam en jaartal

(Clerck, 1759)

Herkenning

Kenmerken vlinder

Voorvleugellengte: 16-18 mm. Het uiterlijk en gedrag van deze uil worden wel met dat van een muis geassocieerd: zowel de vale grijsachtig bruine kleur als de manier waarop de door licht verstoorde vlinder snel wegrent om dekking te zoeken doen daar inderdaad enigszins aan denken. Op de nagenoeg effen, bij verse vlinders glanzende, voorvleugel is de ringvlek zichtbaar als een enkele donkere stip en de niervlek als een dubbele donkere stip. De grondkleur varieert enigszins; soms is het gedeelte tussen de niervlek en de golflijn donkerder gekleurd en is er een duidelijk contrast met de lichter gekleurde vleugelzoom.

Verspreiding in Nederland in vier perioden

Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.

Habitat

Bossen, duinen, heiden en moerassen; ook tuinen.

Planten

Diverse kruidachtige en houtige planten, waaronder kleine pimpernel, kaardebol, bijvoet, slaapmutsje, walstro, zuring en sleedoorn; ook wilg.

Waardplant

Bijvoet
Artemisia

Kaardebol
Dipsacus

Walstro
Galium

Vlasbekje
Linaria

Sleedoorn
Prunus

Zuring
Rumex

Wilg
Salix

Pimpernel
Sanguisorba

Actualiteiten

Ontdek meer

Tijdschriften

Soorten uit dezelfde familie uilen (NOCTUIDAE)

oostelijke monnik
Cucullia fraudatrix

moeras-grasuil
Lateroligia ophiogramma

zandstofuil
Caradrina selini

steenrode grasuil
Apamea lateritia

trapeziumuil
Xestia ditrapezium

variabele w-uil
Lacanobia suasa

Alle soorten uit deze familie