Deze trekvlinder wordt vooral gezien in de maanden juni-oktober. De vlinders komen zowel op licht als op smeer en bezoeken honingdauw en bloemen van onder andere vlinderstruik en klimop.
In warmere streken is deze soort het hele jaar door actief; in de Benelux worden rupsen in de periode juli-november waargenomen.
Small Mottled Willow
Orangefleck-Seidenglanzeule, Knöterich-Seidenglanzeule
la Noctuelle exiguë
Caradrina exigua, Laphygma exigua
De eerste exigua's die in Nederland werden aangetroffen, zaten in een partij Gerbera's geïmporteerd uit Florida. Pas later kwam deze soort naar ons land als trekvlinder uit het zuiden.
In tuinbouwkringen heet deze vlinder floridamot.
Spodoptera: spodos is asdeeltjes, stof en pteron is een vleugel. De grondkleur is grijs en korrelig.
exigua: exiguus is klein. De vleugelwijdte is kleiner dan die van nabije familieleden.
(Hübner, 1808)
Voorvleugellengte: 13-14 mm. Deze dofbruine uil heeft een opvallend smalle voorvleugel en een karakteristieke rusthouding waarin de vleugels enigszins rond het lichaam gedrapeerd worden. De niervlek en de ringvlek zijn lichtroze of oranje van kleur.
De huisuil (Caradrina clavipalpis) heeft een bredere voorvleugel met vier duidelijke zwarte stippen langs de voorrand en van de niervlek is in elk geval de binnenste lob donkerbruin.
Zeldzaam. Een trekvlinder uit Zuid-Europa waarvan bijna jaarlijks enkele exemplaren worden waargenomen, vooral in de zuidelijke kuststreek. Komt veel voor in gebieden met glastuinbouw, waar de soort soms een plaag kan zijn in kassen.
Zeer zeldzaam. Een trekvlinder die niet jaarlijks wordt waargenomen.
De soort is als trekvlinder geclasssicifeerd en daarmee niet opgenomen op de Rode Lijst van Vlaanderen (Veraghtert et al. 2023).
Een kosmopolitische verspreiding met voorkeur voor de tropische en subtropische zones. In gematigde regionen is zij vooral trekvlinder. In Europa vastgesteld in alle landen (behalve IJsland) maar als standvlinder alleen in de warmere delen rond de Middellandse Zee.
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
Allerlei kruidachtige planten, waaronder paardenbloem, zuring, kruiskruid en stalkruid. In kassen ook op o.a. tomaat, paprika en roos.
Stalkruid
Ononis
Roos
Rosa
Zuring
Rumex
Kruiskruid
Senecio
Nachtschade
Solanum
Paardenbloem
Taraxacum
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting