Mei-juni en augustus-september in twee generaties. De vlinders vliegen vooral rond boomkruinen en komen op licht. Overdag rusten ze op boomstammen of in het gras.
Uit Nederland zijn weinig rupsenvondsten bekend; in de omringende landen worden de rupsen in juni-juli en in september-oktober waargenomen. De soort overwintert als pop in de strooisellaag.
Dorset Cream Wave
Dreifleck-Pappelspanner
la Stéganie du peuplier
Stegania cognataria
Zowel de wetenschappelijke als de Nederlandse soortnaam wijst op de drie donkere vlekjes aan de vleugelrand van de voorvleugel. Meer over Nederlandse namen
Stegania: steganos is goed bedekt, mogelijk vanwege de rups die eet vanuit een spinsel.
trimaculata: tri is drie en macula is een vlek, betrekking hebbend op de vleugeltekening.
(de Villers, 1789)
Voorvleugellengte: 10-13 mm. Een duidelijk herkenbare vuilwitte tot (donker)geelbruine spanner met op de voorvleugel twee fijne, soms heel vage, donkere dwarslijnen, die vlak bij de voorrand een hoek maken en zich allebei verbreden tot een donkere vlek. Dichter naar de vleugelpunt bevindt zich nog een derde donkere vlek. Soms zijn ook enkele kleinere vlekjes aanwezig langs de achterrand. Over de achtervleugel loopt slechts één gekromde buitenste dwarslijn.
Vrij zeldzaam. Komt vooral voor in het zuiden van het land. RL: niet bedreigd.
Vrij zeldzaam in Vlaanderen, met het zwaartepunt van de verspreiding op de assen Gent-Kortrijk en Antwerpen-Brussel; daarbuiten lokaal. Zeer zeldzaam in Wallonië.
De soort staat op de Rode Lijst van Vlaanderen als Momenteel niet in Gevaar (Veraghtert et al. 2023).
Noord-Afrika, Noordwest-Europa, Engeland, de Noordzeekust en delen van Midden-Europa (Duitsland, Zwitserland, Oostenrijk). Niet in Scandinavië en niet zuidelijk van de Alpen en de Balkan. Meldingen uit de Krim, Dalmatië en West-Turkije dienen te worden gecontroleerd. Viidalepp (1996) geeft meldingen aan uit Toerkmenistan en Oesbekistan.
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
Vooral landbouwgebieden met populieren.
Populier.
Actualiteiten
Ontdek meerWord donateur
Steun De Vlinderstichting
grijsgroene zomervlinder
Pseudoterpna pruinata
naaldboomspanner
Thera obeliscata
hennepnetelspanner
Perizoma alchemillata
schijn-sparspanner
Thera britannica
eikenoogspanner
Cyclophora porata
puntige zoomspanner
Epione repandaria