woensdag 3 juni 2020
Na de hete en droge zomers van 2018 en 2019 blijkt dat sommige vlinders veel last hebben van de droogte. Andere vlinders hebben er juist geen last van. Welke soorten doen het goed, en welke slecht? De Vlinderstichting maakt een tussentijdse balans op.
Het voorjaar van 2020 was bijzonder: door de corona-crisis leek het leven even stil te staan. Gelukkig werden we wel getrakteerd op prachtig weer; nog nooit scheen de zon zoveel. Dat lijkt goed voor vlinders, maar dat is het niet: zij zijn afhankelijk van planten voor hun voedsel. En dat voedsel wordt, door de aanhoudende droogte, steeds schaarser.
Sommige vlinders begonnen sterk: zo werden er begin maart, toen het erg mooi weer was, heel veel citroenvlinders gemeld. En begin april waren er erg veel boomblauwtjes en veel waarnemers zagen ook de kleine parelmoervlinder vaker dan normaal.
De eerste tellingen maken het mogelijk al een snelle blik te werpen op de trend van soorten. Er zijn iets meer soorten met lagere aantallen dan gemiddeld. Pas als we met het CBS alle trends hebben berekend, weten we zeker hoe het zit.
Aardbeivlinder
Bruin blauwtje
Hooibeestje
Klein koolwitje
Kleine parelmoervlinder
Oranjetipje
Boomblauwtje
Citroenvlinder
Dagpauwoog
Groot koolwitje
Koninginnenpage
Kleine vuurvlinder
Bont zandoogje
Gehakkelde aurelia
Groentje
Icarusblauwtje
Klein geaderd witje
Kleine vos
Landkaartje
Tuinvlindertelling 4 t/m 26 juli
1-jul-2020
Let op scheefbloemwitjes
1-aug-2023