donderdag 22 juli 2021
Jaarlijks, tijdens landelijke Tuinvlindertelling, wordt door Staatsbosbeheer in het Kuinderbos een grote vlindertelling georganiseerd onder het motto: ‘Kuinderbos, de grootste wilde vlindertuin van Nederland’. Ook op zondag 18 juli waren ruim zestig mensen in groepjes op pad om een uur lang in zo veel mogelijk delen van het gebied de vlinders te tellen. Het was de zesde Kuinderbosvlindertelling.
Het Kuinderbos (FL) is een gebied met veel variatie. Er zijn dichte bosdelen, maar ook brede zonnige bospaden en (grote) open plekken in het bos. Je vindt er stukken met heide en uitgestrekte bloemrijke graslanden. Het beheer van dit gebied door Staatsbosbeheer is gericht op behoud en versterking van die variatie en dat is terug te zien in de grote biodiversiteit in het Kuinderbos. Dit zie je ook terug in de vlinderbevolking: ook dit jaar zijn er in dat ene uur op zondagmiddag weer 22 soorten dagvlinders gevonden. Er waren meer dan zestig enthousiaste vlinderaars, ervaren en minder ervaren, jong en wat ouder, die meededen. In groepjes ging men op pad en zo zijn er dertig verschillende locaties binnen het Kuinderbos doorkruist. Door het prachtige warme en zonnige weer waren de vlinders zeer actief en konden ze prima worden geteld. Er zijn dit jaar meer vlinders geteld dan de voorgaande vijf edities: bijna 3500 in ruim een uur. De absolute nummer één was het bruin zandoogje, dat in de graslandgebieden erg veel aanwezig was. De tweede plaats was voor een ander zandoogje, het koevinkje, dat wat meer in de bosachtige delen aanwezig was.
Opvallend was de aanwezigheid van veel bruin blauwtjes. Deze Rode Lijst-soort vliegt overal goed dit jaar en heeft waarschijnlijk geprofiteerd van de hete en droge jaren 2018, 2019 en 2020. Tijdens de telling zijn er meer dan vijftig waargenomen. In Noord-Nederland blijft de soort nog steeds een bijzonderheid, maar in het Kuinderbos (ook al wat noordelijker gelegen) lijkt de soort zich nu echt te hebben gevestigd. Gelukkig is ook de argusvlinder nog gezien. Deze neemt landelijk bijzonder sterk af, maar weet zich in het Kuinderbos nog wel te handhaven, hoewel er slechts vier zijn geteld. De atalanta was met 346 exemplaren erg goed vertegenwoordigd en bezet de derde plaats, op de voet gevolgd door de koolwitjes, waarvan er een flink deel niet tot op soort zijn benoemd. Ze waren erg actief en vliegend zijn ze niet makkelijk op naam te brengen. In de open delen waren het vooral klein koolwitjes, in het bos was het klein geaderd witje in de meerderheid. Een echte krent in de pap en kers op de Kuinderbosvlindertaart was de grote weerschijnvlinder, die door twee groepjes werd gezien. Deze soort, die vroeger erg zeldzaam was, heeft zich landelijk uitgebreid en heeft zich ook vast in het Kuinderbos gevestigd.
Tussenstand tuinvlindertelling
17-jul-2021
Vlinders lijden nog steeds onder droogte
26-jul-2020