Half mei-eind augustus in twee generaties. De vlinders vliegen vanaf de schemering en komen in kleine aantallen op licht en op smeer. Overdag worden ze gemakkelijk opgejaagd uit het gras.
Rups: het hele jaar waar te nemen. De halfvolgroeide rups overwintert tussen het gras en verpopt zich in een losse cocon op de grond.
Lace Border
Schmuck-Kleinspanner
la Phalène ornée
kantspanner
Acidalia ornata, Acidalia ornataria
De stipspanners hebben een meer of minder duidelijke middenstip op voor- en ook vaak op achtervleugels. Nagenoeg alle Scopula's en Idaea's zijn stipspanners.
De achterrand van de vleugels lijkt een kanten kraagje.
Scopula: scopula is een kleine borstel. Bedoeld wordt een uitschuifbaar schubbenborsteltje op het scheenbeen van een aantal mannetjes van dit genus.
ornata: ornatus is versierd, hetgeen een omschrijving is van het uiterlijk van de vlinder.
(Scopoli, 1763)
Voorvleugellengte: 12-13 mm. Het meest opvallend bij deze spanner zijn de krijtwitte vleugels met het hoofdzakelijk grijs met bruine zoomveld dat geflankeerd wordt door een sierlijk golvende, in dikte wisselende zwartachtige buitenste dwarslijn. Er is weinig variatie. Soms is het grijs van het zoomveld heel licht en lijkt het zoomveld op het eerste gezicht alleen uit de tegen de buitenste dwarslijn gelegen bruine vlekken te bestaan.
Lijkt op de lichte variant van de roomkleurige stipspanner (Scopula floslactata).
N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).
Zeldzaam. Wordt verspreid over het land slechts incidenteel waargenomen. De enige uitzondering hierop zijn de duinen tussen Egmond en Bloemendaal en de kalkgraslanden in Zuid-Limburg, waar deze soort iets minder zeldzaam lijkt te zijn. RL: gevoelig.
Zeer zeldzaam in Vlaanderen. Slechts enkele recente waarnemingen in Oost-Brabant (2012); vroeger ook waargenomen in Limburg. In Wallonië vrij zeldzaam en wijdverbreid ten zuiden van Samber en Maas; lokaal algemeen in de kalkstreek en de Gaume.
De soort staat op de Rode Lijst van Vlaanderen als Bijna in Gevaar (Veraghtert et al. 2023).
Van Noord-Afrika, het Iberisch Schiereiland, West- en Midden-Europa inclusief de Britse eilanden tot Oost-Azië; in het noorden tot Zuid-Scandinavië en in het zuiden: Italië, de Balkan, Cyprus, Klein-Azië en de Kaukasus. Ook opgaven uit Noord-Iran (het Elburs gebergte), Kazachstan, Oezbekistan, Kirgisië en Tadzjikistan.
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
Vooral (kalk)graslanden.
Tijm en andere kruidachtige planten.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting