Begin mei-eind augustus in twee generaties; de tweede generatie is partieel. De vlinders zijn overdag gemakkelijk op te jagen uit de vegetatie, waarbij ze zelden ver van de waardplant vandaan vliegen. Bij regenachtig en somber weer zijn de vlinders soms overdag actief of zijn ze rustend op boomstammen aan te treffen.
Rups: juni-oktober. De soort overwintert als pop.
Gelbleibiger Springkrautspanner
la Cidarie de la balsamine
springkruidrups
Cidaria capitata, Larentia capitata
Groot springzaad is de waardplant van deze spannersoort.
Ecliptopera: ekleipo is falen, te kort schieten en ops, opos is gezicht; in zijn verklaring zegt Warren: 'het gezicht is niet bol maar duidelijk vlak'.
(Herrich-Schäffer, 1839)
Voorvleugellengte: 11-13 mm. Lijkt sterk op de marmerspanner (E. silaceata). In de golflijn bevindt zich een rij donkere witgerande pijlvormige vlekken; deze pijlvlekken nemen vanaf de voorrand richting de binnenrand duidelijk af in grootte en zijn in het midden klein. Het borststuk en het achterlijf zijn oranje; het mannetje rust met het uiteinde van het achterlijf omhoog gekromd.
Zie de marmerspanner (E. silaceata).
Marmerspanner (Ecliptopera silaceata).
N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).
Zeldzaam. Wordt af en toe in het zuiden en midden van het land waargenomen. RL: gevoelig.
Zeer zeldzaam in Vlaanderen. Recente vindplaatsen beperken zich nagenoeg tot Zoniënwoud. In Wallonië zeldzaam in Luik, Luxemburg en Namen; elders zeer zeldzaam.
De soort staat als Bedreigd op de Rode Lijst van Vlaanderen (Veraghtert et al. 2023).
In Zuid- en West-Europa een verspreiding met hiaten. Niet op de Britse eilanden. Vanuit Midden-Europa oostwaarts via Rusland en Siberië tot Japan; in het noorden van Europa tot Zuid-Scandinavië.
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
Vooral bosranden, brede bospaden en open plekken in het bos.
Groot springzaad en reuzenbalsemien.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting