grijze heispanner Pachycnemia hippocastanaria

Familie

spanners (GEOMETRIDAE)

Zeldzaamheid

Vrij algemeen. Komt vooral voor op de zandgronden in het binnenland en lokaal in de duinen. RL: niet bedreigd.

Rode lijst

niet bedreigd

Meer foto's

Terug naar boven ^

Levenswijze

Vliegtijd en gedrag

Begin maart-eind augustus in twee generaties; zeer zelden een derde generatie tot eind september. De vlinders worden overdag soms opgejaagd van de waardplant. Ze vliegen vanaf de schemering en komen goed op licht.

Levenscyclus

Rups: mei-september. De soort overwintert als pop.

Verspreiding

Vliegtijd

Benaming

Engelse naam

Horse Chestnut

Duitse naam

Schmalflügeliger Heidekrautspanner

Franse naam

la Pachycnémie des callunes . la Callunaire

Synoniemen

Sthanelia hippocastanaria, Pachycnemia modestaria

Meer

Toelichting Nederlandse naam

Deze spannersoort heeft struikheide als waardplant en de vlinder is vooral grijs (tot grijsbruin).

Meer over Nederlandse namen

Toelichting wetenschappelijke naam

Pachycnemia: pakhus is dik en kneme is scheen (de tibia van een insectenpoot), naar de ontbrekende achtertibia van het mannetje.
hippocastanaria: Aesculus hippocastanum is de witte paardekastanje. De naamkeuze is onduidelijk. De waardplant was destijds nog onbekend en de kastanje wordt zelden door vlinders benut. Het is goed mogelijk dat Hübner verkeerde informatie had gekregen. De grijze voorvleugels hebben soms een paarsachtige tint maar hebben niets van de kastanje. Later opperde Duponchel nog foutief dat de Casyanea sativa, de tamme kastanje was bedoeld.

Auteursnaam en jaartal

(Hübner, 1799)

Herkenning

Kenmerken vlinder

Voorvleugellengte: 14-16 mm De smalle afgeronde voorvleugel is kenmerkend, maar heel ongewoon voor een spanner. De vleugels liggen in rust over elkaar heen. Door deze vorm lijkt de soort op een grote microvlinder. De centrale dwarslijnen vallen meestal goed op, de binnenste is scherphoekig, de buitenste gebogen. Het veld ertussen is soms donkerder dan de rest van de vleugel, vooral bij het vrouwtje. De grondkleur varieert van licht- tot donkerbruin of grijsbruin en heeft soms een purperachtige tint. De lichtere achtervleugel is vuilwit van kleur.

Gelijkende soorten vlinder

Verwarring is mogelijk met grote microvlinders, zoals het mannetje van de voorjaarskortvleugelmot (Diurnea fagella).

Gelijkende soorten vlinder

Verspreiding in Nederland in vier perioden

Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.

Habitat

Vooral heiden; ook bossen en soms parken.

Planten

Struikhei. De soort wordt in vrijwel alle literatuur als monofaag op struikhei beschreven; onlangs zijn echter etende rupsen waargenomen op grauwe wilg.

Waardplant

Struikhei
Calluna

Wilg
Salix

Actualiteiten

Ontdek meer

Blijf op de hoogte

Ontvang vlindernieuws

Soorten uit dezelfde familie spanners (GEOMETRIDAE)

berkenwintervlinder
Operophtera fagata

lieveling
Timandra comae

geveerde spikkelspanner
Peribatodes secundaria

meidoornspanner
Theria primaria

tere zomervlinder
Hemistola chrysoprasaria

vierkantspikkelspanner
Paradarisa consonaria

Alle soorten uit deze familie