Mei-juni in één generatie. De vlinders komen op licht.
Rups: juni-maart. De soort overwintert als rups en verpopt zich in het vroege voorjaar.
Graue Heidekrauteule
la Noctulelle de la callune
Agrotis molothina, Lycophotia molothina
grijze heideuil
De enige waardplant van deze grijze uil is struikhei en de habitat is heidegebieden.
De Duitse naam houdt hetzelfde als de Nederlandse.
Lycophotia: lukophos is schemering, naar het grijs met witte patroon op de vleugels.
(Esper, 1789)
Voorvleugellengte: 16-18 mm. De vleugelwortel van de voorvleugel heeft langs de voorrand een lichte vlek, waardoor de dikke zwartachtige wortelstreep goed opvalt. De rest van de voorvleugel is bruinachtig grijs tot zeer donker, bijna zwartachtig grijs van kleur. Vooral lichtgrijze exemplaren maken een sterk bestoven indruk. De uilvlekken, die altijd lichter grijs zijn dan de rest van de vleugel, vallen duidelijk op. De ringvlek ligt in een geheel of gedeeltelijk wigvormig zwart vlak. De achtervleugel is licht gekleurd met donkerdere aders en de bovenzijde van het borststuk is opvallend donker. Soms komen donkerdere, minder contrastrijk getekende exemplaren voor.
De haarbos (Ochropleura plecta) is kleiner en heeft een dikke lichte streep langs de voorrand. Zie ook de graanworteluil (Euxoa tritici), granietuil (Lycophotia porphyrea) en late heide-uil (Xestia agathina).
Zeer zeldzaam. Een soort die in de jaren negentig van de twintigste eeuw af en toe werd waargenomen aan de noordrand van de Veluwe en daarna opnieuw in 2011 en 2012 werd waargenomen. In 2014 is de soort ook in de Noord-Holland gezien. RL: ernstig bedreigd.
Zeer zeldzaam en achteruitgegaan. Nagenoeg beperkt tot enkele vindplaatsen in de Antwerpse en Limburgse Kempen. In Wallonië recent waargenomen in Luxemburg.
De soort staat als Ernstig Bedreigd op de Rode Lijst van Vlaanderen (Veraghtert et al. 2023).
Zuidwest- en Midden-Europa: het Iberisch schiereiland, Frankrijk, Corsica, naar het noorden en oosten tot Noord-Frankrijk, België, Nederland, Noord-Duitsland, Midden-Polen, Tsjechië, Oostenrijk, Roemenië en Bulgarije. Het voorkomen in Italië is onbekend.
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
Heiden.
Actualiteiten
Ontdek meerWord donateur
Steun De Vlinderstichting