Begin mei-half oktober in twee generaties. De vlinders komen goed op licht; ze bezoeken bloemen en komen op smeer.
Rups: juli-april. De rups gaat tot in oktober door met eten en verbergt zich overdag in de strooisellaag of in losse grond. De volgroeide rups overwintert in een ondergrondse cel, waarin in het voorjaar ook de verpopping plaatsvindt.
Heart and Dart
Ausrufungszeichen
le Double-Tache , le Point d'exclamation
aardrupsuil, bruingrijze aarduil, grasuiltje
Scotia exclamationis
De Agrotis- en Euxoa-soorten werden samengevoegd onder de groepsnaam worteluil. De rupsen hebben een relatie met plantenwortels.
Deze worteluil is in bijna het hele land een gewone soort.
Agrotis: agrotes is van het veld, iemand van het platte land. Grasland is meer het habitat dan bossen. Deze naam werd als eerste door Hübner voorgesteld (1806).
exclamationis: exclamatio is een uitroep, hier een uitroepteken. Naar de vlek op de voorvleugel die Linnaeus omschrijft als: ''een kort maar tamelijk breed zwart lijntje'.
(Linnaeus, 1758)
Voorvleugellengte: 15-19 mm. Een zeer variabele soort die te herkennen is aan de donkere kraag met dikke zwarte band in de vorm van een vlakke V; zelfs bij zeer donkere exemplaren is deze goed zichtbaar. De uilvlekken vallen goed op en de smalle langgerekte tapvlek is altijd donker gevuld; de niervlek is vrijwel altijd donkerder dan de ringvlek. De middelste dwarslijnen en de golflijn zijn doorgaans goed te zien. De grondkleur varieert van lichtbruin of grijsachtig bruin tot donkerbruin of bijna zwart. Het mannetje heeft ongeveerde antennen, is meestal vrij licht van kleur en heeft een witachtige achtervleugel; het vrouwtje is donkerder en heeft een grijze achtervleugel. Soms komen exemplaren voor waarbij de niervlek en de ringvlek met elkaar verbonden zijn; ook kunnen deze vlekken onduidelijk of vervormd zijn.
Tot 38 mm; lichaam roodachtig bruin, onderzijde grijsachtig wit; over de rug drie donkerroodachtige lengtestrepen en soms een rij donkere, wigvormige vlekken; lichaamsharen op donkerbruine vlekjes ingeplant; kop geelachtig bruin met donkerbruine tekening.
Zie de gewone velduil (A. segetum) en de geoogde worteluil (A. clavis).
Zwartvlakworteluil (Euxoa obelisca), graanworteluil (Euxoa tritici), rookkleurige worteluil (Euxoa nigricans), variabele worteluil (Euxoa cursoria), witvlekworteluil (Euxoa lidia), grijze worteluil (Agrotis cinerea), bonte worteluil (Agrotis vestigialis), puta-uil (Agrotis puta), gewone velduil (Agrotis segetum), grote worteluil (Agrotis ipsilon), geoogde worteluil (Agrotis clavis) en duinworteluil (Agrotis ripae).
Let op: de rupsen van de Euxoa- en de Agrotis-soorten zijn erg moeilijk uit elkaar te houden.
N.B.: vergelijk behalve de uiterlijke kenmerken ook de tijd van het jaar waarin de rupsen voorkomen, het habitat en de waardplant(en).
Zeer algemeen. Komt verspreid over het hele land voor. RL: niet bedreigd.
Zeer algemeen in het hele land.
De soort staat op de Rode Lijst van Vlaanderen als Momenteel niet in Gevaar (Veraghtert et al. 2023).
Alle Europese landen en tot in Oost-Azië. In het noorden tot de poolcirkel, naar het zuiden en oosten tot het Middellandse Zeegebied en Voor-Azië.
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
Vooral tuinen, weilanden en akkers, maar ook allerlei andere plaatsen.
Diverse kruidachtige planten.
Kool
Brassica
Bosaardbei
Fragaria
Sla
Lactuca
Weegbree
Plantago
Zuring
Rumex
Nachtschade
Solanum
Muur
Stellaria
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting