Eind augustus-eind oktober in één generatie. De vlinders komen zowel op licht als op smeer; ze bezoeken overrijpe bramen en bloemen van klimop.
Rups: oktober-mei. De jonge rupsen overwinteren in lage vegetatie en komen tijdens milde winterdagen tevoorschijn om te foerageren. De oudere rupsen zijn ´s nachts actief en worden vooral gevonden op beschutte plaatsen. De verpopping vindt plaats in een stevige cocon.
Feathered Ranunculus
Rotbandspanner
niet bekend
Eumichtis lichenea, Epunda lichenea, Polymixis septentrionalis
Een uil die, ook bij ons, uitsluitend in de buurt van de kust voorkomt.
Polymixis: polus is veel en mixis is een mengeling; verwijzend naar de boeiende mix van kleuren op de voorvleugel. Polumix is vrije sex, als dat u meer aanspreekt.
(Hübner, 1813)
Voorvleugellengte: 15-18 mm. De grijsachtig groene voorvleugel is vaak fijn witachtig bespikkeld en gevlekt. De achtervleugel, die bij het mannetje wit en bij het vrouwtje grijs is, heeft in het midden soms een donkere dwarslijn en langs de achterrand liggen opvallende zwarte streepjes. Het mannetje heeft geveerde antennen. Sommige vlinders zijn meer okergeel of sterk zwart bestoven.
Tot 45 mm; lichaam varieert in kleur van groen tot grijs of rozeachtig bruin; onderzijde lichtgrijs; over de rug een lichte middenstreep met donkerder groene of grijze zoom, die door een rij donkergrijs- of bruingerande, ruitvormige vlekken loopt; over de spiracula een lichte lengteband; kop lichtbruin.
Zie de gele granietuil (P. flavicincta) en kompassla-uil (Hecatera dysodea)
Vrij algemeen. Een soort die uitsluitend voorkomt in de kuststreek. RL: bedreigd.
Zeldzaam aan de kust; ontbreekt in de rest van het land.
De soort staat op de Rode Lijst van Vlaanderen als Bijna in Gevaar (Veraghtert et al. 2023).
De kustuil komt voor in het westen van Europa, van het Iberisch Schiereiland in het zuiden tot Groot-Brittannië in het noorden.
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
Duinen en andere grazige plaatsen langs de kust.
Diverse kruidachtige planten, waaronder vooral muurpeper; ook veldhondstong, paardenbloem, zeeraket, zeeweegbree, engels gras en kool.
Engels gras
Armeria
Kool
Brassica
Zeeraket
Cakile
Hondstong
Cynoglossum
Weegbree
Plantago
Vetkruid
Sedum
Paardenbloem
Taraxacum
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting