Augustus-oktober in één generatie. De vlinders komen zowel op licht als op smeer.
In Oost-Europa is de rups aanwezig van oktober-juli; de soort overwintert als rups.
Scarce Arches
Sumpfgras-Spannereule
Apamea zollikoferi, Luperina zollikoferi
Deze bij ons zeer ongewone soort heeft zijn verspreidingsgebied ver oostelijk van ons land.
zollikoferi: zollikoferi is een eerbetoon aan C.T. Zollikofer, een Zwitserse natuuronderzoeker.
(Freyer, 1836)
Voorvleugellengte: 18-25 mm. Deze grote bleke geelbruine uil heeft een onduidelijke niervlek die aan de binnenzijde vaak donker gekleurd is. Tussen de vleugelwortel en de niervlek ligt vaak een onduidelijke donkere lijn. Sommige exemplaren hebben een zwart bestoven voorvleugel, waarop lichte aders en een lichte band in het zoomveld zichtbaar zijn.
De lisdoddeboorder (Nonagria typhae) heeft een bredere, meer afgeronde voorvleugel met een onduidelijke niervlek waarvan de binnenzijde niet donker gekleurd is; de franjelijn bestaat uit zwarte vlekjes. De herfst-rietboorder (Rhizedra lutosa) heeft een spitse vleugelpunt en de niervlek is afwezig of zeer vaag.
Van deze soort is slechts één waarneming bekend uit Zeist in 1949.
Deze soort komt niet in België voor.
Een hele goede vlieger, die een sterke migratie vertoont. Het originele areaal ligt in Centraal Aziatisch-Siberië, Turkmenistan, West-Siberië, de voet van de westelijke Altaj en Noordwest-China. Populaties in Europa zijn met uitzondering van een gebied ten westen van de Oeral niet bekend of op zijn minst twijfelachtig. Bereikt regelmatig, maar niet ieder jaar, Europa en dan vooral noordelijk van de Karpaten, de Alpen en de Pyreneeën. Trekkers zijn bekend van West-Engeland, Nederland, Midden-Europa, Zuid-Scandinavië, de Baltische Staten en voormalig Rusland.
Onderstaande grafieken tonen de verandering in de talrijkheid van de soort in de loop van de tijd. De eerste grafiek geeft het verloop over de hele periode waarvan we waarnemingen hebben. Omdat de oude gegevens vaak niet erg nauwkeurig zijn (geen aantallen) en incompleet (nadruk op zeldzame soorten) worh3 hier de presentie afgebeeld. De tweede grafiek laat het verloop zien van de prestatie van de soort in de laatste dertig jaar. Wat presentie en prestatie precies zijn, en hoe ze worden berekend kunt u lezen op de pagina De berekeningen.
Onderstaande kaartjes tonen de verspreiding binnen Nederland in vier perioden. Hoe groter en donkerder een stip, des te groter was de presentie van een soort in het desbetreffende uurhok (5x5 kilometerhok). Presentie geeft aan in welke mate een soort is over- of ondervertegenwoordigd ten opzichte van de (macronachtvlinder-)fauna als geheel. De berekeningen zijn gebaseerd op gegevens in de Nationale Databank Flora en Fauna.
Vooral open gebieden.
Actualiteiten
Ontdek meerBlijf op de hoogte
Ontvang vlindernieuwsWord donateur
Steun De Vlinderstichting