Kuinderbos

Kuinderbos

De Noordoostpolder is vanaf 1941 ingepolderd. Tussen 1947 en 1956 werd het gebied van het Kuinderbos ingeplant met een gevarieerd sortiment bomen, zowel naald- als loofbomen. De bodem is een gevarieerde lappendeken van zand, veen, kleiige delen en hij bevat hier en daar ook nog schelpenresten. In de eerste decennia groeiden de bomen hard, maar door de regelmatige stormen ontstonden flinke open delen. Dit versterkte de toch al aanwezige variatie. Vanaf 2005 is het beheer aangepast en worden veel bospaden kleinschalig opengekapt, zodat er prachtige vlindercorridors ontstaan. In het Kuinderbos zijn, behalve natuurlijk bos, ook graslanddelen, heidevegetaties en veel wateren aanwezig. De Kuinderplas is een grote en diepe waterpartij. Verspreid in het bos liggen ook veel poelen die, door hun goede waterkwaliteit, erg geschikt zijn voor libellen.

Vlinderrijk

Het Kuinderbos is erg vlinderrijk. Behalve dat er jaarlijks zo’n dertig soorten worden gezien, zijn vooral de aantallen van veel soorten spectaculair. Tientallen tot honderden oranjetipjes in het voorjaar en erg veel landkaartjes en koevinkjes in de zomer. Als het koninginnenkruid bloeit, zijn daar honderden ‘kroeglopers’ op te vinden zoals dagpauwoog, kleine vos en atalanta.

Kleine ijsvogelvlinder

Sinds kort komt in het Kuinderbos ook de kleine ijsvogelvlinder voor. Dit is een typische soort van vochtige bossen. De rups leeft op kamperfoelie, een plant die voornamelijk voorkomt in vochtige bossen. Maar daarmee is het nog niet klaar: de rupsen hebben kamperfoelie nodig die half in de schaduw staat in flink vochtige omstandigheden. Als vlinder heeft ze veel nectar nodig en rust ze graag op zonnige plekjes. Door het kleinschalige beheer van de bosranden en -paden heeft Staatsbosbeheer het ideale leefgebied gecreëerd, iets wat de kleine ijsvogelvlinder gelukkig heeft ontdekt.

Landkaartje zomervorm (foto: Kars Veling). Landkaartje zomervorm (foto: Kars Veling).
Kleine ijsvogelvlinder (foto: Bert van Rijsewijk) Kleine ijsvogelvlinder (foto: Bert van Rijsewijk)