Veel mensen die ‘aan (nacht)vlinders doen’, houden zich vrijwel uitsluitend bezig met het volwassen stadium: de vlinder. Toch is het vaak minstens zo interessant om op zoek te gaan naar de rups, het larvale stadium van de soort. Dit stadium duurt in de meeste gevallen langer dan de periode dat de soort als vlinder is waar te nemen; sommige soorten leven zelfs enkele jaren als rups. Bovendien geldt voor veel soorten (nacht)vlinders dat de rups makkelijker te vinden is dan de vlinder.
Rupsen kunnen gedurende het hele jaar en op allerlei plaatsen worden aangetroffen. De beste tijd om rupsen te zoeken is tussen april en september, omdat dan de meeste vlindersoorten als rups aanwezig zijn.
Voor het zoeken naar rupsen is het niet nodig om een natuurgebied te bezoeken, het kan ook heel gemakkelijk in de eigen tuin of in een park of wegberm in de buurt. Veel tuinplanten worden door rupsen als voedsel gebruikt, denk bijvoorbeeld aan kruisbloemigen, liguster en geraniums. Ook de hoekjes met ‘onkruid’, zoals brandnetel of haagwinde, zijn geschikt om rupsen te zoeken. Rupsen van aureliasoorten, zoals de atalanta en de dagpauwoog, zijn vaak te vinden op grote brandnetel en de rupsen van de verschillende soorten witjes zijn te vinden op koolsoorten en allerlei wilde en gekweekte kruisbloemigen. In tegenstelling tot de rupsen van de meeste dagvlinders die allerlei kruidachtige planten als waardplant gebruiken, hebben veel nachtvlinders juist allerlei bomen en struiken als waardplant. Loofbomen waar veel soorten een voorkeur voor hebben zijn wilg, berk en eik. Vooral op jonge boompjes zijn de rupsen vaak redelijk eenvoudig te vinden.
De meeste rupsen die in tuinen gevonden worden zijn van macronachtvlinders, waarvan er ca. 865 soorten in Nederland voorkomen. De rupsen van sommige soorten zijn erg opvallend doordat ze felgekleurd of zwaar behaard zijn of rare uitsteeksels hebben. Van andere soorten vallen de rupsen nauwelijks op vanwege perfecte schutkleuren en/of het gedrag. Een aantal soorten wordt als hinderlijk of schadelijk ervaren. Ook kunnen in de tuin rupsen van micronachtvlinders, waarvan in Nederland ruim 1480 soorten voorkomen, gevonden worden (zie voor meer informatie microlepidoptera.nl). Deze rupsen vallen vaak op door de spinsels die zij maken en waarin ze in groten getale aanwezig kunnen zijn. Ook zijn deze rupsen vaak te vinden in opgerolde bladeren van de waardplant.
Het zoeken van rupsen kan op verschillende manieren:
Voor het op naam brengen van de rups kunt u zoeken op de pagina's Rupsen determineren en Rupsen determineren van een foto.
Wilt u de rups die u hebt gevonden uitkweken, lees dan de instructies daarvoor op de pagina Hoe kweek je een rups tot vlinder?