Nieuwsbericht

Het boomblauwtje heeft een aantal generaties per jaar. De rupsen leven op bloemknoppen. In het voorjaar worden eitjes afgezet op vuilboom en hulst bijvoorbeeld, die dan bloemknoppen hebben. In de zomer is klimop een goede waardplant.

Het boomblauwtje is een algemene vlinder in Nederland en een soort die je ook regelmatig in je tuin kunt tegenkomen. Niet alleen om daar nectar te drinken (de tuin als kroeg), maar ze kunnen zich er ook voortplanten als de juiste planten aanwezig zijn (de tuin als thuis). Het vrouwtje van het boomblauwtje zet haar eitjes af op allerlei bomen, struiken en stevige kruiden. Voorwaarde is dat er bloemknoppen in zitten, want daar leven de rupsen met name van. In het voorjaar, met name in mei, zijn vuilboom en hulst aantrekkelijke planten en daar zie je dan ook regelmatig blauwtjes bij rond vliegen. Het boomblauwtje heette vroeger zelfs vuilboomblauwtje, omdat deze struik zo vaak door de vlinder gebruikt werd. Tijdens de tweede generatie, die vooral in augustus vliegt, is vuilboom al vrijwel uitgebloeid en daarop zijn nauwelijks nog bloemknoppen te vinden. Dan gebruikt het boomblauwtje andere soorten. Zo kun je dan bijvoorbeeld op heideterreinen eitjes afgezet zien worden op struikheide. Een andere plant die in de zomer wordt gebruikt is grote kattenstaart.

De favoriete plant in de zomer is echter klimop. Deze staat op zeer veel plekken en heeft nu een enorme voorraad bloemknoppen. In augustus heb je dan ook de vrouwtjes kunnen zien fladderen langs deze klimplant en als je geluk hebt kun je haar zelfs eitjes zien afzetten. Ze zit op een knop en scharrelt daar overheen, onderwijl met haar voelsprieten en achterlijf de knoppen controlerend. Is het een goede plek dan zie je haar achterlijf sterk krommen en een seconde of 5 zo zitten. Als ze weg vliegt kun je de knop onderzoeken en heb je een goede kans om het eitje te vinden. Het is klein, maar omdat je weet waar je moet zoeken lukt het dan vaak.

Inmiddels zijn veel van die eitjes die in augustus zijn afgezet uitgekomen en nu moet je op zoek naar de rupsen. Jonge rupsjes kruipen vaak in de bloemknop, maar de grotere rupsen kun je tussen de knoppen zien zitten. Vaak zijn ze niet alleen, maar zijn er mieren op de rups. Deze zijn niet schadelijk voor de rups, maar juist positief. Ze beschermen de rups tegen vijanden en ‘in ruil daarvoor’ likt de mier van een zoete stof die de rups uitscheidt. Ze kunnen trouwens wel zonder mieren, dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld pimpernelblauwtje en gentiaanblauwtje die zonder mieren niet kunnen overleven. Je kunt plekken waar rupsen zitten vaak het gemakkelijkst vinden door op zoek te gaan naar bloemknoppen met gaatjes. Heb je die gevonden dan moet je erg goed kijken, want de rups heeft een perfecte schutkleur en valt absoluut niet op.


Geef waarnemingen van boomblauwtje, maar ook van andere soorten in uw tuin door via de jaarrond tuintelling.